085-4862327 (dagelijks 8.00 - 22.00)

Laboratoria bloedonderzoek

Geplaatst op: 01 juli 2012

Wanneer u hebt gereden onder invloed kan het CBR in bepaalde gevallen (o.a. vanaf een ademalcoholgehalte van > 785 µg/l) besluiten dat u uw medewerking dient te verlenen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid. Een onderdeel van dat onderzoek is het bloedonderzoek in een laboratorium. U bent verplicht bloed af te staan, dat vervolgens door het laboratorium zal worden onderzocht op verhoging van bepaalde waarden.

Lees meer >


Bezwaar en beroep

Geplaatst op: 27 juni 2012

Het CBR kan op grond van artikel 6 Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 de geldigheid van het rijbewijs schorsen, mits er sprake is van een van de gevallen als genoemd in artikel 5 van die regeling en de politie het rijbewijs heeft ingevorderd. Het is altijd belangrijk om zorgvuldig na te gaan of aan deze voorwaarden is voldaan.

Wanneer het CBR de geldigheid van uw rijbewijs heeft geschorst, mag u vanaf de zevende dag na dagtekening van die brief geen motorrijtuigen meer besturen en bent u verplicht om uw rijbewijs in te leveren. Tegen deze beslissing van het CBR kunt u binnen zes weken na dagtekening bezwaar aantekenen. In spoedeisende gevallen kunt u gelijktijdig een verzoekschrift indienen voor een voorlopige voorziening bij de rechter. De rechter kan dan beslissen om de beslissing van het CBR te vernietigen en het rijbewijs weer geldig te verklaren.

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ruime ervaring met de bezwaarschriftprocedure na ongeldig verklaring van uw rijbewijs en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 27 juni 2012

Wanneer uw rijbewijs door de politie is ingevorderd en doorgestuurd naar het CBR, zal deze beoordelen of er tevens sprake is van een geval als genoemd in artikel 5 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 zal het CBR de geldigheid van het rijbewijs op grond van artikel 6 van die Regeling schorsen, tenzij een van de volgende maatregelen wordt opgelegd:

  • Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA)
  • Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA)
  • Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG)

Bij rijden onder invloed van alcohol wordt een educatieve maatregel (LEMA, EMA) opgelegd voor beginnend bestuurders vanaf 220 to 435 µg/l (0,5 – 1,0 ‰). Bij ervaren bestuurders, die meer dan 5 jaar over het rijbewijs beschikken wordt een educatieve maatregel opgelegd vanaf 350 – 570 µg/l (0,8 – 1,3 ‰).

In het belangrijk dat zorgvuldig wordt nagegaan of het CBR heeft voldaan aan alle voorwaarden voor de schorsing van de geldigheid van uw rijbewijs. Het gebeurt nog wel eens dat het CBR zich vergist en dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, terwijl de geldigheid van het rijbewijs wel wordt geschorst. Zeker wanneer u uw rijbewijs hard nodig hebt, bijvoorbeeld in verband met uw werk, is het belangrijk dat hier goed naar wordt gekeken.

Rechtsbijstand

U doet er verstandig aan dit te laten controleren door een advocaat die gespecialiseerd is in de CBR procedure. Meld uw zaak daarom vandaag nog bij ons aan, en een van de bij ons netwerk aangesloten advocaten zal zo spoedig mogelijk contact met u opnemen.

 


Nader uitgelegd

Geplaatst op: 27 juni 2012

Schorsing rijbewijs

Wanneer u bent aangehouden wegens rijden onder invloed van alcohol of drugs of gevaarlijk rijgedrag, kan de politie uw rijbewijs invorderen en naar het CBR doorsturen. Het CBR kan vervolgens in de zwaardere gevallen onmiddellijk de geldigheid van het rijbewijs schorsen.
Artikel 5 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 geeft een overzicht van de gevallen waarin de politie gerechtigd is om het rijbewijs in te vorderen en naar het CBR door te sturen:

a) Indien de betrokkene een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen, andere dan alcohol;
b) Indien betrokkene een poging tot zelfdoding met een motorrijtuig heeft ondernomen;
c) Indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat betrokkene lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische problemen ondervindt, hetgeen bij twijfel bevestigd wordt door een medisch deskundige;
d) Indien betrokkene met een motorrijtuig tegen de rijrichting in heeft gereden (spookrijden);
e) Indien betrokkene binnen een periode van een jaar ten minste drie aanrijdingen heeft veroorzaakt;
f) Indien betrokkene als bestuurder van een motorrijtuig rechtstreeks betrokken is bij een aanrijding met duidelijke materiële dan wel letselschade en verklaart de aanrijding niet te hebben bemerkt;
g) Indien betrokkene niet in staat is het motorrijtuig in bedwang te houden;
h) Indien betrokkene een aanrijding heeft veroorzaakt door het intrappen van het onjuiste pedaal of door het niet intrappen van het juiste pedaal;
i) Indien betrokkene bewust is ingereden op een andere weggebruiker;
j) Indien bij betrokkene als bestuurder van een motorrijtuig een adem- of bloedalcoholgehalte wordt geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 570 µg/l, respectievelijk 1,3‰;
k) Indien bij betrokkene, in de hoedanigheid van beginnende bestuurder, een adem- of bloedalcoholgehalte wordt geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 435 µg/l, respectievelijk 1,0‰;
l) Indien betrokkene heeft geweigerd mee te werken aan een alcoholonderzoek als bedoeld in artikel 8 WVW;
m) Indien ten aanzien van betrokkene binnen een periode van vijf jaar ten minste vier maal proces-verbaal is opgemaakt op verdenking van overtreding van artikel 8, tweede, derde of vierde lid, WVW (rijden onder invloed), waarbij de laatste overtreding moet zijn begaan als houder van een rijbewijs;
n) Indien betrokkene drie maal als beginnende bestuurder een of meer van de in bijlage 1, onderdeel IV, opgenomen feiten heeft begaan en voor deze feiten is hij tijdens of na de in artikel 1, onder beginnende bestuurder, genoemde termijn onherroepelijk veroordeeld, dan wel is voor deze feiten tijdens of na die termijn ten aanzien van hem een onherroepelijke strafbeschikking uitgevaardigd;
o) Indien ten aanzien van betrokkene tijdens de duur van het alcoholslotprogramma proces-verbaal is opgemaakt op verdenking van overtreding van artikel 8, derde juncto vierde lid, van de wet (rijden onder invloed) of artikel 9, negende lid, van de wet (rijden ondanks ongeldigverklaring rijbewijs)
p) Indien betrokkene, die voor zijn achttiende verjaardag in het kader van begeleid rijden een rijbewijs voor de categorie B heeft behaald, in de periode tot zijn achttiende verjaardag een motorrijtuig heeft bestuurd zonder een op de begeleiderspas geregistreerde begeleider, dan wel met een begeleider van wie hij weet dat deze onder zodanige invloed verkeert van een stof, waarvan het gebruik – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat deze niet tot behoorlijk begeleiden in staat moet worden geacht.

Artikel 6 van de Regeling bepaalt vervolgens dat in deze gevallen het CBR de geldigheid van het rijbewijs dient te schorsen overeenkomstig artikel 131, tweede lid, WVW, tenzij een educatieve maatregel als bedoeld in artikel 131, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt opgelegd of het rijbewijs ongeldig wordt verklaard op grond van artikel 132b, tweede lid, WVW.
Bij rijden onder invloed van alcohol wordt een educatieve maatregel (LEMA, EMA) opgelegd voor beginnend bestuurders vanaf 220 to 435 µg/l (0,5 – 1,0 ‰). Bij ervaren bestuurders, die meer dan 5 jaar over het rijbewijs beschikken wordt een educatieve maatregel opgelegd vanaf 350 – 570 µg/l (0,8 – 1,3 ‰).
Wanneer het alcoholslotprogramma wordt opgelegd, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard voor alle categorieën behalve B, waarbij op het rijbewijs wordt aangetekend in welke voertuig, voorzien van een alcoholslot, u uitsluitend mag rijden.
De Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) wordt opgelegd bij de minder ernstige gevallen van gevaarlijk rijgedrag, mist het de eerste keer in vijf jaren betreft.


Nader uitgelegd

Geplaatst op: 27 juni 2012

Niet meewerken

Wanneer het CBR een maatregel heeft opgelegd, bent u verplicht hieraan uw medewerking te verlenen. Wanneer een bestuurder niet meewerkt, zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren.

Ingevolge artikel 132, eerste lid, van de WVW, is degene die zich ingevolge het in artikel 131, eerste lid, bedoelde besluit dient te onderwerpen aan een onderzoek, behoudens bij algemene maatregel van bestuur vastgelegde uitzonderingen, verplicht de daartoe vereiste medewerking te verlenen. Gelijke verplichting bestaat voor degene die zich ingevolge artikel 131, vijfde lid, of artikel 134, vierde lid dient te onderwerpen aan educatieve maatregelen ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid.
Ingevolge het tweede lid – voor zover van belang – van genoemd artikel, besluit Onze Minister bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde medewerking onverwijld tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de houder. Onze Minister bepaalt daarbij op welke categorie of categorieën van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs is afgegeven, de ongeldigverklaring betrekking heeft.

Niet tijdig betalen kosten maatregel CBR

De verplichting om mee te werken houdt onder meer in dat de kosten van de maatregel door de bestuurder (tijdig) moeten worden betaald. in artikel 132, eerste lid, van de Wvw, is bepaald dat indien de kosten van de opgelegde maatregel niet tijdig of niet op de voorgeschreven wijze voldoet, het rijbewijs ongeldig dient te worden verklaard. Gelet op het imperatieve karakter van artikel 132, tweede lid, van de Wvw is het CBR in een dergelijk geval dus verplicht het rijbewijs ongeldig verklaren en bestaat bij het nemen van dat besluit voor het CBR geen ruimte om de persoonlijke omstandigheden (LJN: BN9540, Raad van State, 6 oktober 2010).

Niet verschijnen bij onderzoek of cursus

De verplichting om mee te werken houdt onder meer in dat u telkens op alle cursusdagen en/of dagen voor het onderzoek aanwezig moet zijn op de door het CBR bepaalde plaatsen. Alleen bij een geldige (vooraf opgegeven) reden van verhindering, kan er een nieuw datum en tijdstip worden bepaald. Indien er geen sprake is van een geldige reden van verhindering zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren. Dit volgt uit de artikelen 132 Reglement rijbewijzen en de artikelen 131 t/m 134 WVW.
Krachtens artikel 132, eerst lid, van het Reglement rijbewijzen, worden het tijdstip waarop en de plaats waar betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen, bedoeld in een der artikelen 131, vijfde lid, of 134, vierde lid, van de wet dient te ondergaan, door Onze Minister vastgesteld
Artikel 132, tweede lid, van het Reglement rijbewijzen bepaalt dat, indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is, tijd en plaats waarop betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen dient te ondergaan, opnieuw worden vastgesteld, tenzij naar het oordeel van Onze Minister geen sprake is van een geldige reden van verhindering.
In het derde lid van dit artikel is bepaald dat indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is zonder dan van een geldige reden van verhindering blijkt, daarvan door de aangewezen deskundige of deskundigen mededeling wordt gedaan aan Onze Minister.

Bijzonder omstandigheden

Er kunnen zich echter altijd bijzondere omstandigheden voordoen die maken dat de sanctie om het rijbewijs ongeldig te verklaren te zwaar is. In de jurisprudentie komen onder andere voorbeelden voor waarbij de betrokkene zich had vergist in de cursusdata of het geval dat het CBR ten onrechte een betalingsregeling heeft geweigerd. Als u meent dat het CBR ten onrechte uw rijbewijs ongeldig heeft verklaard, adviseren wij u om tegen die beslissing een bezwaarschrift in te dienen en tegelijkertijd de rechter te verzoeken om bij wijze van voorlopige voorziening het rijbewijs weer geldig te verklaren. Omdat dit een ingewikkelde procedure is, doet u er verstandig aan om u bij te laten staan door een van de aan ons netwerk verbonden gespecialiseerde advocaten.

Rechtsbijstand

Indien het CBR uw rijbewijs ongeldig heeft verklaard omdat u niet of niet voldoende zou hebben meegewerkt aan een door het hen opgelegde maatregel, dan hoeft u zich hier niet bij neer te leggen. U hebt de mogelijkheid om binnen 6 weken een bezwaarschrift tegen deze beslissing in te dienen en daarnaast kunt u gelijktijdig de rechter vragen om met spoed het rijbewijs weer geldig te verklaren. Wij kunnen u helpen om uw rijbewijs zo snel mogelijk weer terug te krijgen. Meld uw zaak vandaag nog bij ons aan.


Nader uitgelegd

Geplaatst op: 27 juni 2012

Eigen verklaringsprocedure

De Eigen Verklaring is een formulier met elf vragen over uw lichamelijke en geestelijke gesteldheid. U moet dit formulier invullen voor de aanvraag van een rijbewijs.

Drie soorten

Er zijn drie soorten Eigen Verklaringen:

  • Eigen verklaring
  • Eigen verklaring met Geneeskundig verslag
  • Eigen verklaring met Geneeskundig verslag voor C en D


Kopen

De Eigen Verklaring kunt u kopen bij de rijscholen, de gemeenten en de theoriecentra van het CBR. De kosten voor de eigen verklaring bedragen. De kosten bedragen ongeveer € 25,00.

Vragen

Op de Eigen verklaring vindt u de volgende vragen:

1. Hebt u last van of last gehad van epileptische aanvallen, flauwvallen, aanvallen van abnormale slaperigheid overdag of andere bewustzijnsstoornissen?

2. Hebt u last van of last gehad van evenwichtsstoornissen of ernstige duizelingen?

3. Bent u onder behandeling of onder behandeling geweest voor een psychiatrische stoornis, een hersenziekte –zoals een beroerte– of een ziekte van het zenuwstelsel?

4. Maakt u misbruik van of hebt u misbruik gemaakt van alcohol, geneesmiddelen, drugs of andere geestverruimende of bedwelmende middelen of bent u daarvoor ooit medisch onderzocht of onder behandeling geweest?

5. Wordt of werd u behandeld voor inwendige ziekten als suikerziekte, hart- en vaatziekten, verhoogde bloeddruk, nierziekte of longziekte? Of hebt u een hart- of vaatoperatie ondergaan?

6. Kunt u een arm, een hand of uw vingers niet of slechts beperkt gebruiken?

7. Kunt u een been of voet niet of slechts beperkt gebruiken?

8a. Ziet u minder goed met één of beide ogen, zelfs als u gebruik maakt van een bril of contactlenzen?

8b. Wordt of werd u behandeld door een oogarts? Of hebt u een oogoperatie of een laserbehandeling van de ogen ondergaan?

9. Gebruikt u medicijnen die volgens de bijsluiter de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, zoals slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, antidepressieve middelen, antipsychotische middelen of opwekmiddelen?

10. Hebt u nog andere aandoeningen, ziekten of functiebeperkingen die het besturen van motorrijtuigen moeilijker maken?

Recidivevrije periode

Wanneer uw rijbewijs eerder ongeldig is verklaard omdat u ongeschikt bent bevonden na alcohol- of drugsgebruik, of om medische redenen, moet er sprake zijn van een recidivevrije periode van minimaal een jaar. Dit betekent dat u een jaar klachtenvrij moet zijn. Bij alcohol- of drugsgebruik vangt deze recidivevrije periode aan op het moment dat u door de politie voor het laatst bent aangehouden of het moment van onderzoek door de psychiater. Bij medische klachten gaat het om een periode van minimaal een jaar na het laatste medisch onderzoek.

Onderzoek

Wanneer eerder het rijbewijs ongeldig is verklaard, moet u eerst een nieuw onderzoek ondergaan naar de rijgeschiktheid of de rijvaardigheid. Ook aan dit onderzoek zijn kosten verbonden. De hoogte van de kosten is afhankelijk van welk onderzoek u dient te ondergaan.

Informatiebrocure onderzoek naar de rijgeschiktheid

Indien u in het kader van de Eigen verklaringsprocedure opnieuw een onderzoek naar de rijgeschiktheid moet ondergaa, adviseren wij u om uzelf terdege voor te bereiden door onze informatiebrochure te downloaden en goed te bestuderen. In de brochure leggen wij uit hoe het onderzoek naar de rijgeschiktheid verloopt, welke vragen er worden gesteld en met welke bedoeling die vragen worden gesteld. Wij bieden u inzicht in de aard en de strekking van de vragen zodat u de vragen beter kunt begrijpen.

Bezwaar en beroep

Indien het CBR onverhoopt toch mocht besluiten om het rijbewijs ongeldig te laten, kunt u tegen deze beslissing een bezwaarschrift indienen. Wij adviseren onze clienten altijd om gelijktijdig een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank zodat de zaak op korte termijn aan de rechter voorgelegd kan worden. U moet dan wel een spoedeisend belang hebben. Indien u wenst kunnen onze gespecialiseerde advocaten u bijstaan in deze procedure.


Bezwaar en beroep CBR procedure

Geplaatst op: 27 juni 2012

Het CBR kan in het kader van de vorderingsprocedure verschillende beslissingen nemen. Zo kan aan u een verplichte deelname aan een Educatieve Maatregel (bijv. EMA of EMG) worden opgelegd, of kunt u worden verplicht om mee te werken aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek of wanneer u naar opvatting van het CBR niet goed hebt meegewerkt aan de opgelegde maatregel, kan het CBR bovendien besluiten om uw rijbewijs ongeldig te verklaren.

Tegen iedere beslissing van het CBR kunt u bezwaar en beroep instellen, en wanneer het rijbewijs ongeldig is verklaard is het bovendien raadzaam om tevens een voorlopige voorziening te vragen aan de bestuursrechter. De wet staat het toe dat u dat zelf doet, maar gelet op de juridische ingewikkeldheid van de vorderingsprocedure en de beperkte verweren die u kunt voeren, doet u er verstandiger aan om dit door een gespecialiseerde advocaat te laten doen.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten zijn allemaal gespecialiseerd in het verlenen van rechtsbijstand in procedures tegen het CBR. Op basis van hun jarenlange ervaring en vakkennis op dit specialistisch rechtsterrein, kunnen zij u de beste rechtsbijstand bieden. Omdat wij speciale prijsafspraken hebben gemaakt met de bij ons netwerk aangesloten advocaten, hoeft deze rechtsbijstand bovendien niet veel te kosten. Wanneer u uw zaak bij ons aanmeld, verwijzen wij u door naar een gespecialiseerde advocaat die zo spoedig mogelijk contact met u zal opnemen om uw zaak te bespreken, en zal hij u adviseren over de juridische mogelijkheden en de kosten voor het voeren van verweer. Aanmelding van uw zaak is gratis en geheel vrijblijvend.


Wanneer krijg ik een EMA?

Geplaatst op: 21 juni 2012

Het belangrijkste criterium voor het opleggen van een EMA is het geconstateerde alcoholpromillage. Het CBR mag hierbij uitgaan van het door de politie aangeleverde bewijs, dat met name zal bestaan uit het resultaat van het alcoholonderzoek op het politiebureau, wanneer er een ademtest heeft plaatsgevonden. Het ademalcoholgehalte wordt altijd aangeduid in µg/l, wat staat voor het aantal microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Bij een bloedonderzoek gaat het om het het bloedalcoholgehalte, dat aangeduid wordt promille (‰). 0,2 staat dus voor 0,2 milliliter alcohol per liter bloed.

De Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) wordt bij normaal bestuurders (die op datum overtreding langer dan 5 jaar een rijbewijs hebben) opgelegd bij een ademalcoholgehalte vanaf 435 tot 570 µg/l, oftewel vanaf 1,0 tot 1,3.
Voor beginnend bestuurders gelden lagere normen. Dan wordt de EMA al opgelegd bij een ademalcoholgehalte vanaf 350 tot 435 µg/l, oftewel vanaf 0,8 tot 1,0‰.


In tabel ziet het er als volgt uit.

AAG (ademalcoholgehalte)

BAG (Bloedalcoholgehalte)

Normaal bestuurder

435 – 570 µg/l

1,0 – 1,3 ‰

Beginnend bestuurder

350 – 435 µg/l

0,8 – 1,0

 

Uitzonderingen

De Regeling Maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 noemt echter ook een aantal gevallen waarin het CBR een andere maatregel of een onderzoek naar de rijgeschiktheid zal opleggen, ondanks dat de bestuurder voldoet aan de hiervoor genoemde criteria. Het gaat dan om de volgende uitzonderingsgronden.

 

UITZONDERINGSGROND

ALTERNATIEVE MAATREGEL
OF ONDERZOEK

a. indien betrokkene een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht,

CBR legt alcoholslotprogramma op (artikel 17 sub f)

b. indien blijkt dat betrokkene de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de educatieve maatregel alcohol en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst;

CBR legt alcoholslotprogramma op (artikel 17 sub f)

c. Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer heeft deelgenomen;

CBR legt alcoholslotprogramma op (artikel 17 sub f)

d. Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan het alcoholslotprogramma heeft deelgenomen;

Het CBR legt een onderzoek naar de rijgeschiktheid op (artikel 23 lid 1 sub c)

e. indien betrokkene zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;

Het CBR legt een onderzoek naar de rijgeschiktheid op (artikel 23 lid 1 sub c)

f. indien betrokkene naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,

Het CBR legt een onderzoek naar de rijgeschiktheid op (artikel 23 lid 1 sub c)

g. het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholafhankelijkheid, of

CBR legt alcoholslotprogramma op (artikel 17 sub f)

h. dat het bij de politie bekend is dat betrokkene regelmatig drogerende stoffen gebruikt.

Het CBR legt een onderzoek naar de rijgeschiktheid op (artikel 23 lid 1 sub c)


Juistheid informatie politie

Het CBR mag volgens vaste jurisprudentie uitgaan van de juistheid van de door de politie aangeleverde bewijzen, en dus ook van het resultaat van het alcoholonderzoek. Indien zich echter onregelmatigheden of onjuistheden tijdens het alcoholonderzoek hebben plaatsgevonden, of dat u ten onrechte bent aangemerkt als bestuurder, kan het in veel gevallen de moeite lonen om in bezwaar te gaan tegen de beslissing van het CBR.

Bezwaar en beroep
Het is belangrijk dat u zorgvuldig nagaat of u aan de criteria voor een EMA voldoet. Wanneer u meent dat het CBR ten onrechte een EMA aan u oplegt, kunt u binnen 6 weken tegen deze beslissing in bezwaar. Het is verstandig om u hierbij te laten bijstaan door een gespecialiseerde advocaat. Meld uw zaak in dat geval direct bij ons aan.


Bezwaar en beroep – niet meewerken

Geplaatst op: 21 juni 2012

Indien u niet de vereiste medewerking verleent aan de educatie maatregelen (EMA, LEMA, EMG), het alcoholslotprogramma, of het onderzoek naar de rijgeschiktheid zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren.

Tegen het besluit tot ongeldig verklaring van uw rijbewijs kunt u binnen zes weken na dagtekening van de beslissing bezwaar aantekenen. 

Anders dan bij de eerste beslissing tot deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid, zijn er tegen het besluit tot ongeldig verklaring van het rijbewijs meer mogelijkheden om met succes bezwaar in te stellen. De hoofdgrond hierbij is of het rapport van de deskundige tegenstrijdig en onvoldoende concludent is. Dit betekent dat de bevindingen van de psychiater de gestelde diagnose ongeschiktheid niet kunnen dragen. Vaak is het verstandig om zelf een contra-expertise aan te vragen (buiten het CBR om), alsmede een verklaring van uw behandelend arts. 

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat het rijbewijs ongeldig blijft gedurende de bezwaarschriftprocedure.

Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ruime ervaring met de bezwaarschriftprocedure na ongeldig verklaring van uw rijbewijs en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 21 juni 2012

 

Ingevolge artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de Wvw 1994) doen de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen, indien bij hen een vermoeden bestaat dat de houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van een of meer categorieën motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven, daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het CBR, onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen. Bij ministeriële regeling worden de feiten en omstandigheden aangewezen die aan het vermoeden ten grondslag dienen te liggen en worden ter zake van de uitoefening van deze bevoegdheid nadere regels vastgesteld.

Ingevolge artikel 131, eerste lid, besluit het CBR, indien een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, is gedaan, in de bij ministeriële regeling aangewezen gevallen dat de betrokkene zich dient te onderwerpen aan een onderzoek naar zijn geschiktheid. Dit onderzoek wordt door een deskundige uitgevoerd.

Ingevolge artikel 134, eerste lid, stelt het CBR zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de bevindingen van de deskundige of deskundigen, de uitslag van het onderzoek vast.

Ingevolge artikel 134, tweede lid, besluit het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs indien de uitslag van het onderzoek daartoe aanleiding geeft. Bij ministeriële regeling worden de gevallen aangewezen waarin daarvan sprake is.

Ingevolge het derde lid van artikel 134 deelt het CBR, indien het voornemens is het rijbewijs ongeldig te verklaren, dit mede aan de houder, onder mededeling van de bevoegdheid van betrokkene om binnen twee weken een tweede onderzoek te verlangen. Deze termijn wordt in de jurisprudentie niet altijd even strikt gehanteerd. Wanneer de betrokkene door bijzondere omstandigheden, waaronder een verblijf in het buitenland, niet in staat was op tijd te vragen om een contra-expertise, dient het CBR ook na de termijn van twee weken een verzoek tot tegenonderzoek te honoreren.

Ingevolge artikel 12, aanhef en onder b, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid besluit het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs als bedoeld in artikel 134, derde (lees: tweede) lid, van de Wvw 1994, indien de uitslag van het onderzoek of de onderzoeken inhoudt dat betrokkene niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen.

Ingevolge artikel 2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de Regeling) worden eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage. 

Per medische beperking is in deze bijlage geregeld in welke gevallen een persoon ongeschikt is om motorrijtuigen te besturen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u dan ook naar de bijlage.


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden