085-4862327 (dagelijks 8.00 - 22.00)

Bezwaar en beroep

Geplaatst op: 21 juni 2012

Op basis van de uitkomst van het onderzoek dat de keurend psychiater heeft verricht, zal het CBR beoordelen of het rijbewijs ongeldig wordt verklaard. De diagnose van de psychiater is daarbij doorslaggevend. Indien de psychiater komt tot de diagnose alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid op basis van de DSM-IV-TR criteria of op basis van alle relevante omstandigheden, zal het CBR die conclusie overnemen.

Tegen het besluit tot ongeldig verklaring van uw rijbewijs kunt u binnen zes weken na dagtekening van de beslissing bezwaar aantekenen. 

Anders dan bij de eerste beslissing tot deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid, zijn er tegen het besluit tot ongeldig verklaring van het rijbewijs meer mogelijkheden om met succes bezwaar in te stellen. De hoofdgrond hierbij is of het rapport van de keurend psychiater(s) tegenstrijdig en onvoldoende concludent is. Dit betekent dat de bevindingen van de psychiater de gestelde diagnose alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid niet kunnen dragen.Vaak is het verstandig om zelf een contra-expertise aan te vragen (buiten het CBR om). Wij werken samen met onafhankelijk psychiaters die voor u deze contra-expertise kunnen uitvoeren.

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat het rijbewijs ongeldig blijft gedurende de bezwaarschriftprocedure.Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ruime ervaring met de bezwaarschriftprocedure na ongeldig verklaring van uw rijbewijs en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Geplaatst op: 21 juni 2012

Indien u door de politie bent aangehouden vanwege rijden onder invloed, doen zij tevens melding bij het CBR. Afhankelijk van het geconstateerde ademalcoholgehalte legt het CBR de verplichting tot het volgen van een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) op.

De Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid geeft in artikel 11 een opsomming van de gevallen waarin het CBR in beginsel zal besluiten dat de betrokkene moet deelnemen aan een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer;

  • Wanneer bij een bestuurder die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft een ademalcoholgehalte is gemeten van meer dan 435 μg/l uitgeademde lucht, maar minder dan 785 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 1,0 ‰, maar minder dan 1,8‰.
  • Wanneer bij een bestuurder die korter dan vijf jaren zijn rijbewijs heeft een ademalcoholgehalte van meer dan 350 μg/l uitgeademde lucht is gemeten, maar minder dan 570 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 0,8‰, maar minder dan 1,3‰.
  • Wanneer een bestuurder binnen 5 jaar ten minste tweemaal is aangehouden op verdenking van rijden onder invloed, waarvan bij een bestuurder die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft tenminste een keer een ademalcoholgehalte is gemeten van 220 μg/, oftewel een bloedalcoholgehalte van 0,5‰, of bij een bestuurder die korter dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft, een ademalcoholgehalte is gemeten van 88 μg/, oftewel een bloedalcoholgehalte van 0,2‰
  • Wanneer een bestuurder heeft geweigerd om zijn medewerking te verlenen aan het alcoholonderzoek van de politie
  • Wanneer aan de betrokkene eerdere een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) is opgelegd. 

Het CBR zal echter niet altijd in de hiervoor genoemde gevallen besluiten dat de betrokkenen een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer moet volgen. Er bestaan enkele uitzonderingen:

  • Indien betrokkene een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht
  • Indien blijkt dat betrokkene de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de educatieve maatregel alcohol en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst;
  • Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer heeft deelgenomen;
  • Indien betrokkene zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;
  • Indien betrokkene naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,
  • Indien het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholafhankelijkheid, of dat het bij de politie bekend is dat betrokkene regelmatig drogerende stoffen gebruikt

Wanneer er sprake is van één van de genoemde uitzonderingen zal het CBR geen EMA opleggen, maar bepalen dat de betrokkene zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid.

Aan het deelnemen aan de EMA zijn kosten verbonden. U dient binnen een termijn van 10 weken na ontvangst van het besluit van het CBR een bedrag van bijna € 750,00 te betalen. Indien het gezien uw financiële situatie voor u niet mogelijk is om dit bedrag binnen de gestelde termijn te betalen, kunt u gemotiveerd een verzoek indienen om een betalingsregeling. Dit verzoek om een betalingsregeling moet u binnen 3 weken na ontvangst van de beslissing indienen bij het CBR.  

Daarnaast bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken tegen het besluit van het CBR  tot verplichte deelname aan de Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer bezwaar (en later beroep) aan te tekenen. U kunt onder meer bezwaar aantekenen wanneer er geen sprake is van één van de gevallen zoals hiervoor genoemd of wanneer u het wegens gegronde redenen  niet eens bent met de uitslag van de ademanalyse of het bloedonderzoek. U moet zich echter realiseren dat bij het opleggen van de maatregel geen rekening kan worden gehouden met uw persoonlijke situatie. 

Het bezwaar schort de verplichte deelname aan de EMA en de betaling van de kosten niet op. Vaak doet u er derhalve verstandig aan om gelijktijdig een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank.

Wanneer u de rechtsbijstand van een advocaat hierbij wenst, kunt u uw zaak altijd bij ons aanmelden. 


Nader uitgelegd

Geplaatst op: 21 juni 2012

Rijbewijs ongeldig verklaard na diagnose misbruik of afhankelijkheid van alcohol

Wanneer de betrokkene het onderzoek naar de geschiktheid volledig heeft doorlopen, krijgt hij van de keurend psychiater het conceptrapport toegestuurd. Hierin staan de bevindingen en de conclusie van de psychiater vermeld. Deze conclusie is in de meeste gevallen doorslaggevend voor de door het CBR te nemen beslissing omtrent de (on)geldigheid van het rijbewijs. Wij raden aan om het rapport zorgvuldig te lezen en onmiddellijk aan de psychiater door te geven wanneer er onjuistheden in staan vermeld. Met name de antwoorden die de psychiater heeft vermeld in het kader van het (korte) gesprek zijn van belang. Op verzoek van de betrokkene kan de psychiater eventueel het rapport aanpassen.

Voordat de psychiater het rapport met zijn bevindingen aan het CBR toestuurt, dient de betrokkene eerst in de gelegenheid te worden gesteld het aan u toekomende inzage- en blokkeringsrecht met betrekking tot de uitslag van het door hen verrichte onderzoek uit te oefenen. Dit betekent dat hij kan weigeren dat het rapport aan het CBR wordt toegestuurd. Indien aan de betrokkene niet vooraf om toestemming wordt gevraagd, handelt het CBR in strijd met artikel 3:2 Awb (zorgvuldigheidsbeginsel) wanneer zij de uitslag van dit onderzoek desondanks aan het besluit tot ongeldig verklaring van het rijbewijs ten grondslag legt.

Het blokkeringsrecht is echter beperkt. Hiervan kan alleen gebruik worden gemaakt wanneer daartoe gegronde redenen bestaan. Wanneer de betrokkene zonder gegronde reden weigert om het rapport aan het CBR toe te sturen, kan het CBR op grond van daarvan ook besluiten om het rijbewijs ongeldig te verklaren.

Na toestemming van de betrokkene zal het rapport naar het CBR worden gestuurd. Het CBR zal vervolgens een beslissing nemen over de geldigheid van het rijbewijs. Als grondslag voor het besluit zal altijd het rapport van de psychiater worden gebruikt.

Het CBR kan op grond van het advies van de psychiater besluiten tot de alcoholmisbruik en/of alcoholafhankelijkheid, conform de DSM-IV (-TR) classificatie en/of op basis van alle relevante gegevens. Voordat het CBR het definitieve besluit neemt, wordt een voorlopige beslissing genomen, waarbij de betrokkene in de gelegenheid wordt gesteld om een tegenonderzoek (second opinion) te vragen. Ook daar zijn, evenals bij het eerste onderzoek,  kosten aan verbonden. Bovendien wordt het tegenonderzoek opnieuw verricht door een door het CBR ingeschakelde psychiater. 

TIP: Wij adviseren onze klanten daarom om zelf een psychiater te zoeken voor een second opinion. Omdat wij uit ervaring weten dat niet alle psychiaters bereid of deskundig zijn om een goede second opinion te verrichten, hebben wij met een aantal psychiaters afspraken gemaakt voor het verrichten van een deugdelijk tegenonderzoek tegen een behoorlijk lagere prijs dan de kosten die het CBR in rekening brengt. Indien u een second opinion wilt, adviseren wij om uw zaak zo spoedig mogelijk bij ons aan te melden.

Indien u geen tegenonderzoek via het CBR aanvraagt, zal het CBR binnen twee weken het rijbewijs ongeldig verklaren. U krijgt deze beslissing per aangetekende post toegestuurd. Vanaf dat moment is het niet meer toegestaan om een motorrijtuig voor de categorieën waarvoor het rijbewijs ongeldig is verklaard te besturen.

Tegen deze beslissing van het CBR kan de betrokkene binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen. Gelet op de complexiteit van de procedure en de beperkte verweren die met succes gevoerd kunnen worden, adviseren wij om het bezwaarschrift altijd door een gespecialiseerde advocaat te laten opstellen. Omdat het bezwaar geen opschortende werking heeft, en de ongeldig verklaring van het rijbewijs derhalve gedurende het bezwaar van kracht blijft, zullen wij in de meeste gevallen, mits de betrokkene ook een spoedeisend belang heeft, gelijktijdig een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank. Dit betekent dat de zaak binnen enkele weken aan de rechter wordt voorgelegd die mogelijk kan besluiten om de ongeldig verklaring van het rijbewijs weer ongedaan te maken. 


Bezwaar en beroep

Geplaatst op: 20 juni 2012

Op basis van de uitkomst van het onderzoek van de deskundige, zal het CBR beoordelen of zij een eigen verklaring afgeeft. Het advies van de deskundige  is daarbij doorslaggevend. Indien de deskundige van oordeel is dat er (nog steeds) sprake is van misbruik of afhankelijkheid van alcohol of drugs of medische beperkingen waardoor de verkeersveiligheid in gevaar kan komen, zal het CBR die conclusie overnemen.

Tegen het besluit tot ongeldig verklaring van uw rijbewijs kunt u binnen zes weken na dagtekening van de beslissing bezwaar aantekenen. De bezwaargronden zullen met name inhoudelijk van aard zijn, gericht tegen het rapport van de deskundige. Het is van belang de conclusies van de deskundige onderuit te halen. Vaak is het verstandig om zelf nog een deskundige in te schakelen voor een contra-expertise of een verklaring op te vragen van de behandelend arts.

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat het rijbewijs ongeldig blijft gedurende de bezwaarschriftprocedure. Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ruime ervaring met de bezwaarschriftprocedure na ongeldig verklaring van uw rijbewijs en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 20 juni 2012

Ingevolge artikel 97, eerste lid, van het Reglement rijbewijzen (hierna: het Reglement) worden verklaringen van geschiktheid op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief door het CBR in het rijbewijzenregister geregistreerd ten behoeve van een ieder die voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.

Ingevolge artikel 100, eerste lid, aanhef en onder a, dienen bij de aanvraag te worden overgelegd een niet langer dan twee weken voor de aanvraag getekende, volledig ingevulde eigen verklaring volgens door het CBR vastgesteld model. Ingevolge het tweede lid van dit artikel dient, indien een of meer van de op de eigen verklaring gestelde vragen betreffende de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de aanvrager bevestigend worden beantwoord, op de eigen verklaring een aantekening van een arts te zijn gesteld waaruit de aard en de ernst van de afwijking blijken.

Ingevolge artikel 101, eerste lid, onder a, is het CBR bevoegd te vorderen dat de aanvrager zich op eigen kosten laat keuren door een of meer door het CBR aangewezen artsen of andere deskundigen dan wel dat de aanvrager zich onderwerpt aan een technisch onderzoek, verricht door een door het CBR aangewezen deskundige, of een rijproef, afgenomen door een door het CBR aangewezen deskundige, indien de door de aanvrager overgelegde eigen verklaring dan wel, indien een geneeskundig verslag wordt vereist, het geneeskundig verslag daartoe aanleiding geeft.

Ingevolge het bepaalde onder b van dit artikellid is het CBR bevoegd dergelijke onderzoeken te vorderen indien zij beschikt over gegevens met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de aanvrager, die het vermoeden rechtvaardigen dat de aanvrager niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft.

Ingevolge artikel 2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000, zoals gewijzigd op 2 juni 2004 (Stcrt. 2004, 106; hierna: de Regeling) worden de eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage.

In deze bijlage wordt per ziekte of beperking bepaald in welke gevallen een bestuurder niet geschikt is om motorrijtuigen te besturen.

Het onderzoek in verband met de aanvraag van de eigen verklaring wordt uitgevoerd door een deskundige.

Het CBR neemt op basis van het rapport van de deskundige een besluit. Indien het CBR weigert om een eigen verklaring af te geven, kunt u geen aanvraag indienen voor een (nieuw) rijbewijs.

Tegen het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs kan binnen zes weken na dagtekening een bezwaarschrift worden ingediend. 

Omdat het bezwaarschrift geen opschortende werking heeft, blijft het rijbewijs ongeldig gedurende de behandeling van het bezwaar. Wij adviseren daarom om naast het bezwaarschrift tevens een verzoekschrift voor een voorlopige voorziening in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement. In het verzoekschrift vraagt u de rechtbank om het besluit van het CBR zolang op te schorten.

Wanneer u de rechtsbijstand van een advocaat hierbij wenst, kunt u uw zaak altijd bij ons aanmelden.  De bij ons netwerk aangesloten advocaten zijn gespecialiseerd in de bezwaar- en beroepsprocedure van het CBR, en kunnen u rechtsbijstand verlenen teneinde zo snel mogelijk uw rijbewijs terug te krijgen.


Bezwaar en beroep

Geplaatst op: 20 juni 2012

Indien u het niet eens bent met de beslissing tot deelname aan het onderzoek naar de rijvaardigheid kunt u tegen deze beslissing bezwaar aantekenen. U dient dan een bezwaarschrift te sturen naar het CBR. Het bezwaar dient binnen 6 weken na dagtekening van het besluit van het CBR te worden ingediend.

De bezwaargronden die u met succes kunt aanvoeren zijn echter beperkt. Het gaat met name om een toetsing of aan de formele regels tot deelname zijn voldaan:

  • Bent u terecht als bestuurder aangemerkt?
  • Voldoet u aan de criteria voor het opleggen van een onderzoek naar de rijvaardigheid?
  • Is geen van de uitzonderingsgevallen van toepassing?
  • Is de overtreding op de juiste wijze vastgesteld?
  • Zijn er verder onregelmatigheden geweest?

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat u ondanks het bezwaarschrift toch verplicht bent tot betaling van het cursusgeld en de deelname aan de cursus.

Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rijbewijs ongeldig verklaard

Ook wanneer uw rijbewijs door het CBR ongeldig is verklaard, bijvoorbeeld omdat het CBR naar aanleiding van het onderzoek heeft geconcludeerd dat er sprake is van ongeschiktheid, kunt u tegen die beslissing binnen zes weken na de datum van de beslissing een bezwaarschrift indienen. 

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ervaring met het onderzoek naar de rijvaardigheid en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 20 juni 2012

Indien het CBR een melding krijgt dat een betrokkene vermoedelijk niet meer voldoet aan de eisen voor rijvaardigheid, zal zij beoordelen of hiernaar een onderzoek moet worden ingesteld. 

De Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid geeft in bijlage I een opsomming van feiten en omstandigheden, die een vermoeden rechtvaardigen dat de betrokkene niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid dan wel, met uitzondering van de categorie AM, over de vereiste lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor een rijbewijs is afgegeven. Het gaat om de volgende gevallen;

Bediening van het motorrijtuig

  • een onjuiste bediening van het koppelingspedaal dan wel het gaspedaal, zich manifesterend in het bij herhaling afslaan van de motor dan wel schokkend en slingerend rijden en bochten te ruim nemen dan wel het intrappen van het onjuiste pedaal:
  • een onjuiste bediening van het versnellingsmechanisme, al dan niet in combinatie met het koppelings- of het gaspedaal, waardoor hoorbaar regelmatig de verkeerde versnelling wordt gekozen, langdurig in een te hoge of te lage versnelling wordt gereden en met een te laag of te hoog toerental;
  • een onjuiste bediening van de rem, waardoor bij herhaling abrupt wordt vertraagd en gestopt of met blokkerende wielen wordt geremd;
  • een onjuist gebruik of nalaten van het gebruik van mechanismen en apparatuur van het motorrijtuig die van belang zijn voor de verkeersveiligheid, zoals ruitenwissers, richtingaanwijzers, verlichting en voorruitverwarming.

Beheersing van het motorrijtuig

  • Gebrek aan stuurvastheid waardoor, al dan niet in combinatie, slingerend wordt gereden, en/of bij herhaling van de juiste koers wordt afgeweken, en/of bij het richting veranderen bochten niet vloeiend worden genomen en/of bij het volgen van bochten in het wegverloop het motorrijtuig uit de bocht ‘zeilt’ 
  • Onvoldoende rekening houden met de omvang van het motorrijtuig waardoor bochten te ruim of te krap worden genomen, en/of andere weggebruikers en obstakels rakelings worden gepasseerd, en/of andere weggebruikers worden klem gereden of de weg wordt afgesneden
  • Overige feiten of omstandigheden waaruit een gebrek in de vaardigheid in de beheersing van het motorrijtuig blijkt, waaronder het motorrijtuig niet onder controle houden op een niet vlakke weg, en/of het bij herhaling op onjuiste wijze keren, achteruitrijden of parkeren, en/of het bij herhaling veroorzaken van aanrijdingen

Het niet of niet op de juiste wijze naleven van essentiële verkeersregels dan wel verkeerstekens, resulterend in een gevaarlijke situatie of dreigend gevaarlijke situatie 

  • Duidelijk een gedrag tentoonspreiden dat in strijd is met de essentiële verkeersregels en verkeerstekens waaronder spookrijden, het gevaarlijk inhalen of het niet verlenen van voorrang, het bij herhaling rijden met te hoge snelheden onder gevaarzettende omstandigheden.

Bedrevenheid in het deelnemen aan het verkeer

  • Hanteren van een verkeerde kijktechniek en een slecht kijkgedrag al of niet met gebruikmaking van spiegels waardoor in gevaarlijke situaties niet of niet voldoende op het overige verkeer wordt gelet
  • Gebrek aan inzicht in risico’s in het verkeer, waaronder
    • het onvoldoende anticiperen op het gedrag van andere weggebruikers
    • het niet adequaat reageren op bijzondere verkeerssituaties, zoals filevorming
    • het niet tijdig onderkennen van de invloed van factoren, zoals het weer, de toestand van de weg, het tijdstip, de aanwezigheid van scholen, voetgangersoversteekplaatsen, de specifieke eigenschappen en de toestand van het eigen motorrijtuig en van andere voertuigen en van de vervoerde lading
    • het uitvoeren van gevaarlijke inhaalmanoeuvres en inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen, waarbij voetgangers duidelijk in gevaar zijn gebracht
    • het met een te hoge snelheid naderen van en inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen of in andere onoverzichtelijke situaties, zoals kruisingen en spoorwegovergangen
    • het aanhouden van, gelet op de snelheid waarmee gereden wordt, een te korte en derhalve onveilige volgafstand;
    • het geen rekening houden met de belangen van andere weggebruikers, zoals het niet geven van gelegenheid tot invoegen bij een rijbaanversmalling, na inhalen, vanaf de invoegstrook of het blokkeren van doorgangen en dubbel parkeren
  • Incorrect samenspel met andere verkeersdeelnemers in het verkeer, waaronder
    • het rijden met een niet aan de snelheid van de overige gelijksoortige verkeersdeelnemers aangepaste snelheid;
    • het onnodig remmen en stoppen;
    • het snijden: het niet juist afmaken van de inhaalmanoeuvre door te snel en te abrupt naar rechts te gaan;
    • het op te korte afstand volgen van voorliggers (bumperkleven);
    • het onjuist invoegen op autowegen en autosnelwegen;
    • het onjuist invoegen bij vermindering van het aantal rijstroken.

Herhaaldelijk niet of niet op de juiste wijze naleven van essentiële verkeersregels dan wel verkeerstekens (door beginnend bestuurders)

  • In de hoedanigheid van beginnende bestuurder drie maal tijdens of na een periode van vijf jaar na de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven onherroepelijk veroordeeld zijn of een transactievoorstel (boete van het CJIB) hebben voldaan voor het veroorzaken van gevaar op de weg (art 5 WVW), het veroorzaken van een ongeval waardoor letsel aan personen of schade aan goederen is veroorzaakt, en het begaan van snelheidsovertredingen van meer dan 30km/u (op snelweg 40 km/u). 

Wanneer aan één van deze voorwaarden is voldaan, kan het CBR besluiten dat de betrokkene zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. Of daadwerkelijk wordt besloten dat de betrokkene een onderzoek naar de rijvaardigheid moet ondergaan, is afhankelijk van de aard en de ernst van de concrete omstandigheden van het geval die aan het CBR zijn gemeld. 

Eerst EMG

Een onderzoek naar de rijvaardigheid kan alleen worden opgelegd indien betrokkene niet in aanmerking komt voor een Educatie Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG). Dit is in de volgende gevallen:

  • Indien betrokkene een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht,
  • Indien betrokkene bewust op een andere weggebruiker is ingereden,
  • Indien blijkt dat betrokkene de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst,
  • Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar reeds twee maal aan de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer heeft deelgenomen,
  • Indien betrokkene naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,
  • Indien het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholverslaving,
  • Indien betrokkene bij de politie bekend staat als gebruiker van drogerende stoffen.

Bezwaar en beroep

Het is mogelijk om binnen zes weken na dagtekening van het besluit van het CBR tot verplichte deelname aan een onderzoek naar de rijvaardigheid bezwaar aan te tekenen. U doet er verstandig aan het bezwaarschrift door een gespecialiseerde advocaat te laten opstellen en indienen. Meld daarom uw zaak vandaag nog bij ons aan. Wij zullen uw zaak vervolgens doorverwijzen naar een in de vorderingsprocedure van het CBR gespecialiseerde advocaat. 


Nader uitgelegd

Geplaatst op: 20 juni 2012

Onderzoek naar de rijvaardigheid 

Wanneer bij de politie of een medisch specialist het vermoeden bestaat dat een persoon niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid om motorrijtuigen te besturen, moeten zij op grond van artikel 130 WVW hiervan melding doen bij het CBR. Het CBR beoordeelt vervolgens of er gronden bestaan om de betrokkene te onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. 

Het onderzoek naar de rijvaardigheid wordt door een deskundige van het CBR uitgevoerd. De deskundige zal beoordelen of de betrokkene nog beschikt over de vereiste rijvaardigheid om motorrijtuigen te besturen.

Het onderzoek kan bestaan uit een vraaggesprek en een rijvaardigheidstest.


Bezwaar en beroep

Geplaatst op: 20 juni 2012

Indien u het niet eens bent met de beslissing tot deelname aan het alcoholslotprogramma kunt u tegen deze beslissing bezwaar aantekenen. U dient dan een bezwaarschrift te sturen naar het CBR. Het bezwaar dient binnen 6 weken na dagtekening van het besluit van het CBR te worden ingediend.

De bezwaargronden die u met succes kunt aanvoeren zijn echter beperkt. Het gaat met name om een toetsing of aan de formele regels tot deelname zijn voldaan:

  • Bent u terecht als bestuurder aangemerkt?
  • Voldoet u aan de criteria voor het opleggen van het alcoholslotprogramma?
  • Is geen van de uitzonderingsgevallen van toepassing?
  • Is het ademalcoholgehalte op de juiste wijze vastgesteld?
  • Zijn er verder onregelmatigheden geweest?

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat u ondanks het bezwaarschrift toch verplicht bent tot betaling van het cursusgeld en de deelname aan de cursus.

Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rijbewijs ongeldig verklaard

Ook wanneer uw rijbewijs door het CBR ongeldig is verklaard, bijvoorbeeld omdat u niet (goed) hebt meegewerkt aan het alcoholslotprogramma, kunt u tegen die beslissing binnen zes weken na de datum van de beslissing een bezwaarschrift indienen. 

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ervaring met het alcoholslotprogramma en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 20 juni 2012

Het alcoholslotprogramma is met de wetswijziging van 10 april 2015, Stcrt 2015, 10188 komen te vervallen. Door de wetswijziging mag het alcoholslotprogramma niet meer door het CBR worden opgelegd.   


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden