Indien u door de politie bent aangehouden vanwege rijden onder invloed, doen zij tevens melding bij het CBR. Afhankelijk van het geconstateerde ademalcoholgehalte legt het CBR de verplichting tot het volgen van een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) op.
De Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid geeft in artikel 11 een opsomming van de gevallen waarin het CBR in beginsel zal besluiten dat de betrokkene moet deelnemen aan een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer;
- Wanneer bij een bestuurder die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft een ademalcoholgehalte is gemeten van meer dan 435 μg/l uitgeademde lucht, maar minder dan 785 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 1,0 ‰, maar minder dan 1,8‰.
- Wanneer bij een bestuurder die korter dan vijf jaren zijn rijbewijs heeft een ademalcoholgehalte van meer dan 350 μg/l uitgeademde lucht is gemeten, maar minder dan 570 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 0,8‰, maar minder dan 1,3‰.
- Wanneer een bestuurder binnen 5 jaar ten minste tweemaal is aangehouden op verdenking van rijden onder invloed, waarvan bij een bestuurder die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft tenminste een keer een ademalcoholgehalte is gemeten van 220 μg/, oftewel een bloedalcoholgehalte van 0,5‰, of bij een bestuurder die korter dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft, een ademalcoholgehalte is gemeten van 88 μg/, oftewel een bloedalcoholgehalte van 0,2‰
- Wanneer een bestuurder heeft geweigerd om zijn medewerking te verlenen aan het alcoholonderzoek van de politie
- Wanneer aan de betrokkene eerdere een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) is opgelegd.
Het CBR zal echter niet altijd in de hiervoor genoemde gevallen besluiten dat de betrokkenen een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer moet volgen. Er bestaan enkele uitzonderingen:
- Indien betrokkene een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht
- Indien blijkt dat betrokkene de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de educatieve maatregel alcohol en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst;
- Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer heeft deelgenomen;
- Indien betrokkene zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;
- Indien betrokkene naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,
- Indien het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholafhankelijkheid, of dat het bij de politie bekend is dat betrokkene regelmatig drogerende stoffen gebruikt
Wanneer er sprake is van één van de genoemde uitzonderingen zal het CBR geen EMA opleggen, maar bepalen dat de betrokkene zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid.
Aan het deelnemen aan de EMA zijn kosten verbonden. U dient binnen een termijn van 10 weken na ontvangst van het besluit van het CBR een bedrag van bijna € 750,00 te betalen. Indien het gezien uw financiële situatie voor u niet mogelijk is om dit bedrag binnen de gestelde termijn te betalen, kunt u gemotiveerd een verzoek indienen om een betalingsregeling. Dit verzoek om een betalingsregeling moet u binnen 3 weken na ontvangst van de beslissing indienen bij het CBR.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken tegen het besluit van het CBR tot verplichte deelname aan de Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer bezwaar (en later beroep) aan te tekenen. U kunt onder meer bezwaar aantekenen wanneer er geen sprake is van één van de gevallen zoals hiervoor genoemd of wanneer u het wegens gegronde redenen niet eens bent met de uitslag van de ademanalyse of het bloedonderzoek. U moet zich echter realiseren dat bij het opleggen van de maatregel geen rekening kan worden gehouden met uw persoonlijke situatie.
Het bezwaar schort de verplichte deelname aan de EMA en de betaling van de kosten niet op. Vaak doet u er derhalve verstandig aan om gelijktijdig een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank.
Wanneer u de rechtsbijstand van een advocaat hierbij wenst, kunt u uw zaak altijd bij ons aanmelden.