Na ontvangst van een melding beoordeelt het CBR of de betrokkene dient deel te nemen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid.
In de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 wordt in artikel 23 een opsomming gegeven van de gevallen waarin het CBR zal besluiten dat de betrokkene moet worden onderworpen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid na rijden onder invloed van alcohol. Het gaat om de volgende gevallen:
- Bij normaal bestuurders bij een ademalcoholgehalte van meer dan 785 μg/l uitgeademde lucht, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 1,8 ‰
- Bij beginnend bestuurders bij een ademalcoholgehalte van meer dan 570g/l uitgeademde lucht, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 1,3 ‰
- Indien de betrokkene niet in aanmerking komt voor een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer, omdat
- eerder een EMA is opgelegd aan de betrokkene
- betrokkene zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;
- betrokkene hij naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt;
- betrokkene het bij de politie bekend is dat hij regelmatig drogerende stoffen gebruikt.
Wanneer betrokkene niet in aanmerking komt voor een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer, omdat
-
-
- hij de afgelopen vijf jaar aan het alcoholslotprogramma heeft deelgenomen;
- hij zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;
- hij naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,
- dat het bij de politie bekend is dat hij regelmatig drogerende stoffen gebruikt
-
- Wanneer blijkt van feiten of omstandigheden als genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage 1, anders dan die vermeld onder A, onderdeel III, Rijgedrag, of onder B, onderdeel III, Drogerende stoffen‘Alcohol’,
Wanneer aan één van deze voorwaarden is voldaan, zal het CBR besluiten dat de betrokkene zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid.
Aan het deelnemen aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid zijn kosten verbonden. U dient binnen een termijn van 10 weken na ontvangst van het besluit van het CBR een bedrag van bijna € 1.000,00 te betalen. Indien het gezien uw financiële situatie voor u niet mogelijk is om dit bedrag binnen de gestelde termijn te betalen, kunt u gemotiveerd een verzoek indienen om een betalingsregeling. Dit verzoek om een betalingsregeling moet u binnen 3 weken na ontvangst van de beslissing indienen bij het CBR.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken tegen het besluit van het CBR tot verplichte deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid (en later beroep) aan te tekenen. U kunt onder meer bezwaar aantekenen wanneer er geen sprake is van één van de gevallen zoals hiervoor genoemd of wanneer u het wegens gegronde redenen niet eens bent met de uitslag van de ademanalyse of het bloedonderzoek. U moet zich echter realiseren dat bij het opleggen van de maatregel geen rekening kan worden gehouden met uw persoonlijke situatie.
Het bezwaar schort de verplichte deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid en de betaling van de kosten niet op. Vaak doet u er derhalve verstandig aan om gelijktijdig een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank.
Wanneer u de rechtsbijstand van een advocaat hierbij wenst, kunt u uw zaak altijd bij ons aanmelden.