085-4862327 (dagelijks 8.00 - 22.00)

Nader uitgelegd

Geplaatst op: 27 juni 2012

Niet meewerken

Wanneer het CBR een maatregel heeft opgelegd, bent u verplicht hieraan uw medewerking te verlenen. Wanneer een bestuurder niet meewerkt, zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren.

Ingevolge artikel 132, eerste lid, van de WVW, is degene die zich ingevolge het in artikel 131, eerste lid, bedoelde besluit dient te onderwerpen aan een onderzoek, behoudens bij algemene maatregel van bestuur vastgelegde uitzonderingen, verplicht de daartoe vereiste medewerking te verlenen. Gelijke verplichting bestaat voor degene die zich ingevolge artikel 131, vijfde lid, of artikel 134, vierde lid dient te onderwerpen aan educatieve maatregelen ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid.
Ingevolge het tweede lid – voor zover van belang – van genoemd artikel, besluit Onze Minister bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde medewerking onverwijld tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de houder. Onze Minister bepaalt daarbij op welke categorie of categorieën van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs is afgegeven, de ongeldigverklaring betrekking heeft.

Niet tijdig betalen kosten maatregel CBR

De verplichting om mee te werken houdt onder meer in dat de kosten van de maatregel door de bestuurder (tijdig) moeten worden betaald. in artikel 132, eerste lid, van de Wvw, is bepaald dat indien de kosten van de opgelegde maatregel niet tijdig of niet op de voorgeschreven wijze voldoet, het rijbewijs ongeldig dient te worden verklaard. Gelet op het imperatieve karakter van artikel 132, tweede lid, van de Wvw is het CBR in een dergelijk geval dus verplicht het rijbewijs ongeldig verklaren en bestaat bij het nemen van dat besluit voor het CBR geen ruimte om de persoonlijke omstandigheden (LJN: BN9540, Raad van State, 6 oktober 2010).

Niet verschijnen bij onderzoek of cursus

De verplichting om mee te werken houdt onder meer in dat u telkens op alle cursusdagen en/of dagen voor het onderzoek aanwezig moet zijn op de door het CBR bepaalde plaatsen. Alleen bij een geldige (vooraf opgegeven) reden van verhindering, kan er een nieuw datum en tijdstip worden bepaald. Indien er geen sprake is van een geldige reden van verhindering zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren. Dit volgt uit de artikelen 132 Reglement rijbewijzen en de artikelen 131 t/m 134 WVW.
Krachtens artikel 132, eerst lid, van het Reglement rijbewijzen, worden het tijdstip waarop en de plaats waar betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen, bedoeld in een der artikelen 131, vijfde lid, of 134, vierde lid, van de wet dient te ondergaan, door Onze Minister vastgesteld
Artikel 132, tweede lid, van het Reglement rijbewijzen bepaalt dat, indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is, tijd en plaats waarop betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen dient te ondergaan, opnieuw worden vastgesteld, tenzij naar het oordeel van Onze Minister geen sprake is van een geldige reden van verhindering.
In het derde lid van dit artikel is bepaald dat indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is zonder dan van een geldige reden van verhindering blijkt, daarvan door de aangewezen deskundige of deskundigen mededeling wordt gedaan aan Onze Minister.

Bijzonder omstandigheden

Er kunnen zich echter altijd bijzondere omstandigheden voordoen die maken dat de sanctie om het rijbewijs ongeldig te verklaren te zwaar is. In de jurisprudentie komen onder andere voorbeelden voor waarbij de betrokkene zich had vergist in de cursusdata of het geval dat het CBR ten onrechte een betalingsregeling heeft geweigerd. Als u meent dat het CBR ten onrechte uw rijbewijs ongeldig heeft verklaard, adviseren wij u om tegen die beslissing een bezwaarschrift in te dienen en tegelijkertijd de rechter te verzoeken om bij wijze van voorlopige voorziening het rijbewijs weer geldig te verklaren. Omdat dit een ingewikkelde procedure is, doet u er verstandig aan om u bij te laten staan door een van de aan ons netwerk verbonden gespecialiseerde advocaten.

Rechtsbijstand

Indien het CBR uw rijbewijs ongeldig heeft verklaard omdat u niet of niet voldoende zou hebben meegewerkt aan een door het hen opgelegde maatregel, dan hoeft u zich hier niet bij neer te leggen. U hebt de mogelijkheid om binnen 6 weken een bezwaarschrift tegen deze beslissing in te dienen en daarnaast kunt u gelijktijdig de rechter vragen om met spoed het rijbewijs weer geldig te verklaren. Wij kunnen u helpen om uw rijbewijs zo snel mogelijk weer terug te krijgen. Meld uw zaak vandaag nog bij ons aan.


Bezwaar en beroep – niet meewerken

Geplaatst op: 21 juni 2012

Indien u niet de vereiste medewerking verleent aan de educatie maatregelen (EMA, LEMA, EMG), het alcoholslotprogramma, of het onderzoek naar de rijgeschiktheid zal het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren.

Tegen het besluit tot ongeldig verklaring van uw rijbewijs kunt u binnen zes weken na dagtekening van de beslissing bezwaar aantekenen. 

Anders dan bij de eerste beslissing tot deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid, zijn er tegen het besluit tot ongeldig verklaring van het rijbewijs meer mogelijkheden om met succes bezwaar in te stellen. De hoofdgrond hierbij is of het rapport van de deskundige tegenstrijdig en onvoldoende concludent is. Dit betekent dat de bevindingen van de psychiater de gestelde diagnose ongeschiktheid niet kunnen dragen. Vaak is het verstandig om zelf een contra-expertise aan te vragen (buiten het CBR om), alsmede een verklaring van uw behandelend arts. 

U moet er rekening mee houden dat het indienen van een bezwaarschrift geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat het rijbewijs ongeldig blijft gedurende de bezwaarschriftprocedure.

Wanneer u wilt dat de beslissing van het CBR wordt opgeschort, dient u tevens een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank in uw arrondissement voor een voorlopige voorziening. De rechter kan dan bepalen dat de beslissing van het CBR moet worden uitgesteld totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rechtsbijstand

Hoewel u ook zelf bezwaar en beroep kunt instellen tegen de beslissing van het CBR, is het vaak verstandiger om u hierin te laten bijstaan door een advocaat.

De bij ons netwerk aangesloten advocaten hebben ruime ervaring met de bezwaarschriftprocedure na ongeldig verklaring van uw rijbewijs en weten precies in welke gevallen het indienen van een bezwaarschrift zinvol is en welke bezwaar- en beroepsgronden u dient aan te voeren.

Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk contact met ons opneemt.


Procedure

Geplaatst op: 21 juni 2012

 

Ingevolge artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de Wvw 1994) doen de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen, indien bij hen een vermoeden bestaat dat de houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van een of meer categorieën motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven, daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het CBR, onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen. Bij ministeriële regeling worden de feiten en omstandigheden aangewezen die aan het vermoeden ten grondslag dienen te liggen en worden ter zake van de uitoefening van deze bevoegdheid nadere regels vastgesteld.

Ingevolge artikel 131, eerste lid, besluit het CBR, indien een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, is gedaan, in de bij ministeriële regeling aangewezen gevallen dat de betrokkene zich dient te onderwerpen aan een onderzoek naar zijn geschiktheid. Dit onderzoek wordt door een deskundige uitgevoerd.

Ingevolge artikel 134, eerste lid, stelt het CBR zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de bevindingen van de deskundige of deskundigen, de uitslag van het onderzoek vast.

Ingevolge artikel 134, tweede lid, besluit het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs indien de uitslag van het onderzoek daartoe aanleiding geeft. Bij ministeriële regeling worden de gevallen aangewezen waarin daarvan sprake is.

Ingevolge het derde lid van artikel 134 deelt het CBR, indien het voornemens is het rijbewijs ongeldig te verklaren, dit mede aan de houder, onder mededeling van de bevoegdheid van betrokkene om binnen twee weken een tweede onderzoek te verlangen. Deze termijn wordt in de jurisprudentie niet altijd even strikt gehanteerd. Wanneer de betrokkene door bijzondere omstandigheden, waaronder een verblijf in het buitenland, niet in staat was op tijd te vragen om een contra-expertise, dient het CBR ook na de termijn van twee weken een verzoek tot tegenonderzoek te honoreren.

Ingevolge artikel 12, aanhef en onder b, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid besluit het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs als bedoeld in artikel 134, derde (lees: tweede) lid, van de Wvw 1994, indien de uitslag van het onderzoek of de onderzoeken inhoudt dat betrokkene niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen.

Ingevolge artikel 2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de Regeling) worden eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage. 

Per medische beperking is in deze bijlage geregeld in welke gevallen een persoon ongeschikt is om motorrijtuigen te besturen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u dan ook naar de bijlage.


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden