Andere oorzaak voor verhoogd %CDT
Wanneer tijdens het bloedonderzoek een verhoogd %CDT is vastgesteld, levert dat voor het CBR vaak een reden op om alcoholmisbruik vast te stellen en het rijbewijs ongeldig te verklaren. Dat is echter niet altijd terecht.
Sowieso geldt bij het %CDT tussen de 2,6 en 2,9 dat er te veel twijfel bestaat om alleen op basis daarvan tot de diagnose alcoholmisbruik te komen. Aangenomen wordt dat vanaf 3,4 pas met enige zekerheid de diagnose alcoholmisbruik gesteld kan worden. Maar ook dan kunnen andere oorzaken dan alcoholmisbruik de reden vormen voor het verhoogde percentage.
Axis-shieldmethode
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 april 2008 (LJN: BD0778) geoordeeld dat de Axis-shieldmethode een wetenschappelijk aanvaarde methode is voor de bepaling van het %CDT in het bloed. In de literatuur is hier nog veel discussie over. Vaak wordt gezegd dat deze methode alleen betrouwbaar is wanneer daarnaast de High Performance Liquid Chromatography-methode (de HPLC-methode) bij de contra-expertise wordt gebruikt. Het CBR doet dit niet standaard. U zult daar dus uitdrukkelijk om moeten vragen.
In de genoemde uitspraak heeft de Raad van State echter bepaald dat alleen bij de twijfelgevallen (%CDT 2,6 -2,9) het gebruik van de HPLC-methode voor de contra-expertise aangewezen is. Wanneer er sprake is van een verhoging van meer dan 3,4 gaat de rechter eigenlijk standaard al uit van alcoholmisbruik. De Raad van State overwoog:
“Verder betoogt [appellant] dat de rechtbank ten onrechte het resultaat van het tegenonderzoek waarbij de High Performance Liquid Chromatography-methode (de HPLC-methode) is gebruikt, buiten beschouwing heeft gelaten, terwijl deze methode volgens hem als referentiemethode in de vakliteratuur wordt aanbevolen en betrouwbaarder is dan de Axis-Shieldmethode. Omdat bij het tegenonderzoek dat op dezelfde dag is verricht een %CDT-waarde van 2,6 is gemeten heeft [appellant], naar zijn zeggen, aangetoond dat bij hem een andere oorzaak dan alcoholmisbruik voor verhoging van de %CDT-waarde aanwezig is.
2.3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer uitspraken van de Afdeling van 4 oktober 2006 in zaak nr. 200601565/1; www.raadvanstate.nl en 29 augustus 2007 in zaak nr. 200608561/1; www.raadvanstate.nl) is de Axis-Shieldmethode voor de bepaling van de %CDT-waarde een wetenschappelijk aanvaarde methode. De Afdeling ziet geen reden daar thans anders over te oordelen. Het betoog over de onbetrouwbaarheid van deze methode ziet vooral op gevallen waarin de %CDT-waarde de referentiewaarde van 2,6 in beperkte mate overschrijdt. In dit geval liggen de in de rapportages geconstateerde %CDT-waarden (3,8 en 3,4) zo ver boven deze referentiewaarde dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat dit betoog voor het CBR, mede gelet op de voorgeschiedenis van [appellant], geen aanleiding behoefde te vormen aan de betrouwbaarheid van de door de keurende artsen getrokken conclusies van terugval in alcoholmisbruik te twijfelen. Het betoog dat de verschillen in laboratoriumresultaten het hanteren van een vaste beslisgrens onmogelijk zouden maken en dat een meting in duplo de methode niet veel betrouwbaarder maakt, is, gelet op [appellant]te van de in deze zaak geconstateerde %CDT-waarden, niet ter zake doende. Nu de gemeten %CDT-waarde twee maal aanzienlijk afweek van de referentiewaarde van 2,6 heeft bij het onderzoek noch bij het heronderzoek een duplometing behoeven plaats te vinden.
Voorts stelt de Afdeling met de rechtbank vast dat de gemeten verhoogde %CDT-waarden in het bloed van [appellant] niet zijn weerlegd door de resultaten van een tegenonderzoek op basis van de bloedmonsters uit het eerste en tweede onderzoek. Het op basis van een ander bloedmonster gehouden tegenonderzoek vormt, in aanmerking genomen [appellant]te van de door middel van de Axis-Shieldmethode vastgestelde %CDT-waarden en de voorgeschiedenis, evenmin grond voor twijfel aan de conclusies van de keurende artsen.
Mede in aanmerking genomen de resultaten van eerdere bloedonderzoeken van 5 februari 2002 en 14 juni 2002 waarbij de Axis-Shieldmethode is gebruikt – waarbij %CDT-waarden zijn gemeten van 2,3 en 2,0 – heeft [appellant] met zijn tegenonderzoek niet een andere oorzaak van de verhoogde %CDT-waarde aannemelijk gemaakt. Het betoog faalt derhalve.”
Andere oorzaken
Het beroep is in de genoemde zaak ongegrond verklaard omdat de betrokkene (appellant) geen andere oorzaken heeft genoemd die wellicht van invloed kunnen zijn geweest op het vastgestelde %CDT dat aanmerkelijk was verhoogd. Het is dus belangrijk om goed onderbouwd (bijv. via een verklaring van een arts) een aannemelijke andere oorzaak voor het verhoogde percentage aan te wijzen. Een advocaat kan u hier verder over informeren.