Alleen overmacht vormt een geldige reden voor verhindering
Wanneer door het CBR een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) wordt opgelegd, wordt door het CBR veel aandacht besteed aan het verplichte karakter hiervan. In de eerste brief geeft het CBR al aan dat u verplicht bent om mee te werken, omdat anders uw rijbewijs ongeldig wordt verklaard. U bent verplicht om de kosten voor de EMA te betalen, en u moet ook verplicht aanwezig zijn op het intakegesprek en alle cursusdagen. Alleen bij overmacht is het CBR bereid om u een tweede kans te geven.
In de jurisprudentie komen we vaak voorbeelden tegen waarin het toch mis is gegaan. Zo ook in een uitspraak van de rechtbank Haarlem, van 10 juli 2006, LJN: AY4336. In deze zaak was een vrouw niet verschenen voor het intakegesprek. Zij had later (op advies van het CBR; vast beleid) een brief gestuurd waarin zij de reden van de verhindering meldde. Zij gaf aan dat zij midden in een verhuizing zat en door de drukte de afspraak was vergeten. Het CBR vond dit echter geen geldige reden voor verhindering en de rechter deelde dat oordeel. De rechter overwoog als volgt.
“2.14 Artikel 132, tweede lid, Reglement rijbewijzen luidt:
Indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is, worden tijd en plaats waarop betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen dient te ondergaan, door het CBR opnieuw vastgesteld, tenzij naar het oordeel van het CBR geen sprake is van een geldige reden van verhindering.
2.15 De hiervoor weergegeven van toepassing zijnde regelgeving is dwingend geformuleerd en dient strikt te worden toegepast. Verzoekster is op grond van die regelgeving verplicht mee te werken aan de EMA. Niet in geschil is dat verzoekster op het intakegesprek voor de EMA-cursus niet is verschenen. De conclusie die verweerder hieruit terecht heeft getrokken is dat verzoekster niet de vereiste medewerking heeft verleend.
2.16 Verweerder is ingevolge artikel 132, tweede lid, Reglement rijbewijzen bevoegd een nieuwe cursusdatum vast te stellen indien hij van oordeel is dat er sprake is van een geldige reden van verhindering. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat daarvan in dit geval geen sprake was. Nu verzoekster heeft verklaard dat zij de cursusdag is vergeten, is de voorzieningenrechter met verweerder van oordeel dat geen sprake was van een geldige reden van verhindering. In dit verband is van belang dat verweerder verzoekster herhaaldelijk heeft geïnformeerd omtrent de cursusdata en de mogelijke ongeldigverklaring van het rijbewijs bij gebrek aan medewerking.
2.17 Ter zitting is uitvoerig aan de orde gekomen dat verweerder gebruik maakt van een intern protocol teneinde te beoordelen of er sprake is van een geldige reden van verhindering. Door verweerder is aangegeven dat blijkens dit protocol aan de betrokkene wordt verzocht de reden van verhindering op schrift te zetten en dat in beginsel slechts in een situatie van overmacht wordt uitgegaan van een geldige reden van verhindering.
Door verzoekster is benadrukt dat het juist is dat haar is verzocht een brief te schrijven, maar dat haar telefonisch door een medewerker van verweerder ook is voorgehouden dat zij zich geen zorgen behoefde te maken en dat zij een nieuwe datum zou krijgen voor het intakegesprek. Door verweerder is ter zitting aangevoerd dat deze gang van zaken gezien het protocol zo onwaarschijnlijk is dat daar geen nader onderzoek naar is verricht. In bezwaar zal verweerder dit onderzoek alsnog verrichten, maar verweerder stelt zich in deze procedure op het standpunt dat verzoekster niet is gezegd dat zij een nieuwe datum voor het intakegesprek zou krijgen.
2.18 Niet gesteld is, en gelet op de beschikbare gegevens ook niet aan de orde, dat er sprake is geweest van overmacht. Op verzoekster rust dan ook de bewijslast dat haar desondanks door een daartoe bevoegde functionaris van verweerder de toezegging is gedaan dat er aan het door haar vergeten van de afspraak voor het intakegesprek niet het gevolg zouden worden verbonden, waarvoor zij meerdere keren uitdrukkelijk is gewaarschuwd en dat zij een nieuwe datum voor het intakegesprek zou krijgen. Hierin is verzoekster niet geslaagd.
2.19 Gelet op het bovenstaande heeft verweerder zich, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, terecht op het standpunt kunnen stellen dat verzoekster niet de vereiste medewerking heeft verleend, terwijl daarvoor geen geldige reden aanwezig is. Hieruit volgt dat, gelet op het imperatieve karakter van artikel 132, tweede lid, WVW 1994, verweerder niet anders heeft kunnen besluiten dan tot ongeldigverklaring van verzoeksters rijbewijs. Daarbij heeft verweerder verder geen ruimte voor een belangenafweging.”
De rechter vond dus dat het rijbewijs van de vrouw terecht ongeldig was verklaard. Het gevolg hiervan is dat de vrouw opnieuw de kosten van de EMA moet betalen, en ook (opnieuw) moet deelnemen aan de cursus. Pas wanneer zij de EMA heeft voltooid, wordt haar rijbewijs weer geldig.
Heeft u wel een geldige reden van verhindering, of wilt u weten welke redenen van verhinderingen geldig zijn, neem dan contact met ons op.