Indien u door de politie bent aangehouden vanwege rijden onder invloed, doen zij tevens melding bij het CBR. Afhankelijk van het geconstateerde ademalcoholgehalte legt het CBR de verplichting tot het volgen van een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) op.
De Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid bepaalt dat het CBR aan een bestuurder die korter dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) oplegt in het geval bij hem een ademalcoholgehalte is gemeten van meer dan 220 μg/l uitgeademde lucht, maar minder dan 350 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 0,5 ‰, maar minder dan 0,8‰.
In geval van een bestuurder die langer dan 5 jaar zijn rijbewijs heeft, wordt de LEMA opgelegd bij een ademalcoholgehalte van 350 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 0,8 ‰, maar minder dan 435 μg/l, oftewel een bloedalcoholgehalte van meer dan 0,5 ‰, maar minder dan 1,0 ‰.
Wanneer bij de bestuurder een hoger adem- of bloedalcoholgehalte is gemeten of wanneer hij de blaastest of het bloedonderzoek heeft geweigerd, dan zal aan hem een EMA worden opgelegd, tenzij al eerder een EMA is opgelegd.
De regeling noemt echter enkele gevallen waarin een LEMA niet mag worden opgelegd, en de betrokkene verplicht is tot deelname aan het onderzoek naar de rijgeschiktheid:
- Indien betrokkene een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht
- Indien blijkt dat betrokkene de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst;
- Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan een lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer heeft deelgenomen;
- Indien betrokkene de afgelopen vijf jaar aan het alcoholslotprogramma heeft deelgenomen;
- Indien betrokkene zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;
- Indien betrokkene naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,
- Indien het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholafhankelijkheid, of dat het bij de politie bekend is dat betrokkene regelmatig drogerende stoffen gebruikt
Wanneer er sprake is van één van de genoemde uitzonderingen zal het CBR geen LEMA opleggen, maar bepalen dat de betrokkene zich moet onderwerpen aan een onderzoek naar de rijgeschiktheid of dat hij moet deelnemen aan het alcoholslotprogramma.
Aan het deelnemen aan de LEMA zijn kosten verbonden. U dient binnen een termijn van 10 weken na ontvangst van het besluit van het CBR een bedrag van bijna € 400,00 te betalen. Indien het gezien uw financiële situatie voor u niet mogelijk is om dit bedrag binnen de gestelde termijn te betalen, kunt u gemotiveerd een verzoek indienen om een betalingsregeling. Dit verzoek om een betalingsregeling moet u binnen 3 weken na ontvangst van de beslissing indienen bij het CBR.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken tegen het besluit van het CBR tot verplichte deelname aan de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer bezwaar (en later beroep) aan te tekenen. U kunt onder meer bezwaar aantekenen wanneer er geen sprake is van één van de gevallen zoals hiervoor genoemd of wanneer u het wegens gegronde redenen niet eens bent met de uitslag van de ademanalyse of het bloedonderzoek. U moet zich echter realiseren dat bij het opleggen van de maatregel geen rekening kan worden gehouden met uw persoonlijke situatie.
Het bezwaar schort de verplichte deelname aan de LEMA en de betaling van de kosten niet op. Vaak doet u er derhalve verstandig aan om gelijktijdig een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. Wanneer u de rechtsbijstand van een advocaat hierbij wenst, kunt u uw zaak altijd bij ons aanmelden.