085-4862327 (dagelijks 8.00 - 22.00)

Nader uitgelegd

Schorsing rijbewijs

Wanneer u bent aangehouden wegens rijden onder invloed van alcohol of drugs of gevaarlijk rijgedrag, kan de politie uw rijbewijs invorderen en naar het CBR doorsturen. Het CBR kan vervolgens in de zwaardere gevallen onmiddellijk de geldigheid van het rijbewijs schorsen.
Artikel 5 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 geeft een overzicht van de gevallen waarin de politie gerechtigd is om het rijbewijs in te vorderen en naar het CBR door te sturen:


a) Indien de betrokkene een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen, andere dan alcohol;
b) Indien betrokkene een poging tot zelfdoding met een motorrijtuig heeft ondernomen;
c) Indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat betrokkene lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische problemen ondervindt, hetgeen bij twijfel bevestigd wordt door een medisch deskundige;
d) Indien betrokkene met een motorrijtuig tegen de rijrichting in heeft gereden (spookrijden);
e) Indien betrokkene binnen een periode van een jaar ten minste drie aanrijdingen heeft veroorzaakt;
f) Indien betrokkene als bestuurder van een motorrijtuig rechtstreeks betrokken is bij een aanrijding met duidelijke materiële dan wel letselschade en verklaart de aanrijding niet te hebben bemerkt;
g) Indien betrokkene niet in staat is het motorrijtuig in bedwang te houden;
h) Indien betrokkene een aanrijding heeft veroorzaakt door het intrappen van het onjuiste pedaal of door het niet intrappen van het juiste pedaal;
i) Indien betrokkene bewust is ingereden op een andere weggebruiker;
j) Indien bij betrokkene als bestuurder van een motorrijtuig een adem- of bloedalcoholgehalte wordt geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 570 µg/l, respectievelijk 1,3‰;
k) Indien bij betrokkene, in de hoedanigheid van beginnende bestuurder, een adem- of bloedalcoholgehalte wordt geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 435 µg/l, respectievelijk 1,0‰;
l) Indien betrokkene heeft geweigerd mee te werken aan een alcoholonderzoek als bedoeld in artikel 8 WVW;
m) Indien ten aanzien van betrokkene binnen een periode van vijf jaar ten minste vier maal proces-verbaal is opgemaakt op verdenking van overtreding van artikel 8, tweede, derde of vierde lid, WVW (rijden onder invloed), waarbij de laatste overtreding moet zijn begaan als houder van een rijbewijs;
n) Indien betrokkene drie maal als beginnende bestuurder een of meer van de in bijlage 1, onderdeel IV, opgenomen feiten heeft begaan en voor deze feiten is hij tijdens of na de in artikel 1, onder beginnende bestuurder, genoemde termijn onherroepelijk veroordeeld, dan wel is voor deze feiten tijdens of na die termijn ten aanzien van hem een onherroepelijke strafbeschikking uitgevaardigd;
o) Indien ten aanzien van betrokkene tijdens de duur van het alcoholslotprogramma proces-verbaal is opgemaakt op verdenking van overtreding van artikel 8, derde juncto vierde lid, van de wet (rijden onder invloed) of artikel 9, negende lid, van de wet (rijden ondanks ongeldigverklaring rijbewijs)
p) Indien betrokkene, die voor zijn achttiende verjaardag in het kader van begeleid rijden een rijbewijs voor de categorie B heeft behaald, in de periode tot zijn achttiende verjaardag een motorrijtuig heeft bestuurd zonder een op de begeleiderspas geregistreerde begeleider, dan wel met een begeleider van wie hij weet dat deze onder zodanige invloed verkeert van een stof, waarvan het gebruik – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat deze niet tot behoorlijk begeleiden in staat moet worden geacht.

Artikel 6 van de Regeling bepaalt vervolgens dat in deze gevallen het CBR de geldigheid van het rijbewijs dient te schorsen overeenkomstig artikel 131, tweede lid, WVW, tenzij een educatieve maatregel als bedoeld in artikel 131, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt opgelegd of het rijbewijs ongeldig wordt verklaard op grond van artikel 132b, tweede lid, WVW.
Bij rijden onder invloed van alcohol wordt een educatieve maatregel (LEMA, EMA) opgelegd voor beginnend bestuurders vanaf 220 to 435 µg/l (0,5 – 1,0 ‰). Bij ervaren bestuurders, die meer dan 5 jaar over het rijbewijs beschikken wordt een educatieve maatregel opgelegd vanaf 350 – 570 µg/l (0,8 – 1,3 ‰).
Wanneer het alcoholslotprogramma wordt opgelegd, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard voor alle categorieën behalve B, waarbij op het rijbewijs wordt aangetekend in welke voertuig, voorzien van een alcoholslot, u uitsluitend mag rijden.
De Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) wordt opgelegd bij de minder ernstige gevallen van gevaarlijk rijgedrag, mist het de eerste keer in vijf jaren betreft.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden