085-4862327 (dagelijks 8.00 - 22.00)

Geen plaats voor persoonlijke omstandigheden

De vorderingsprocedure van het CBR kan diep ingrijpen op uw persoonlijke leven. Zeker wanneer u bijvoorbeeld voor uw werk of om medische redenen afhankelijk bent van uw rijbewijs. Waar in het strafrecht, de rechter nog wel eens rekening pleegt te houden met die persoonlijke omstandigheden, en daarom niet aan uw rijbewijs komt, heeft het CBR die ruimte niet. De oplegging van de verschillende maatregelen en de ongeldig verklaring van het rijbewijs zijn door de wetgever imperatief opgelegd. Het CBR heeft hierin geen beoordelingsvrijheid. Wanneer aan de voorwaarden voor het opleggen van een bepaalde maatregel is voldaan, is het CBR verplicht deze maatregel op te leggen, met alle consequenties van dien.

Regelmatig wordt er in procedures toch nog een beroep gedaan op de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene, maar dergelijke verweren worden haast standaard afgewezen, zo ook in de volgende uitspraken.

Alcoholslotprogramma voor vrachtwagenchauffeur
In een zaak die speelde bij de rechtbank Maastricht was door het CBR aan een vrachtwagenchauffeur de verplichte deelname aan het alcoholslotprogramma opgelegd. Dit houdt in dat in een personenauto een alcoholslot wordt ingebouwd en dat de betrokkene alleen in die auto mag rijden. Dit wordt ook zo aangetekend op het rijbewijs. Voor de overige categorien, waaronder ook het vrachtwagenrijbewijs C en D, is dit niet mogelijk. Voor die categorien blijft het rijbewijs ongeldig.
De betrokkene liet het hier echter niet bij zitten en verzocht de rechter rekening te houden met zijn persoonlijke omstandigheden. Hij had een verklaring van een werkgever overgelegd en een verklaring van een psycholoog waaruit moest volgen dat het ging om een eenmalig rijden onder invloed. Voorts had hij aangevoerd dat hij voor zijn broodwinning afhankelijk is van het rijbewijs.
Al deze argumenten werden echter door de rechter verworpen (LJN: BW9403,Voorzieningenrechter Rechtbank Maastricht, 15 juni 2012):

“De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder op grond van artikel 131, eerste lid, aanhef en onder b van de Wvw 1994, in samenhang met artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van de Regeling verplicht om een asp op te leggen en is hij op grond van artikel 132b, tweede lid, van de Wvw 1994 in dat geval tevens verplicht het rijbewijs van verzoeker ongeldig te verklaren voor alle categorieën, met uitzondering van de categorie AM. De voorzieningenrechter begrijpt, mede gelet op de overgelegde verklaringen van zijn werkgever, dat het bestreden besluit voor verzoeker verstrekkende gevolgen heeft. Verweerder heeft daarbij echter daarbij geen beoordelingsvrijheid, zodat met het belang van verzoeker bij het behoud van zijn vrachtwagenrijbewijs geen rekening kan worden gehouden. Reeds hierom kan verzoekers stelling dat verweerder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van zijn belangen niet slagen. Om diezelfde reden kan ook verzoekers verwijzing naar het rapport van zijn psycholoog, waarin onder meer is gesteld dat de kans op recidive niet erg groot is, niet slagen”


En gelijkluidend de rechtbank Haarlem (LJN: BW3309):

“Hoewel de voorzieningenrechter begrijpt dat het besluit van verweerder zeer verstrekkende gevolgen voor verzoeker kan hebben, is verweerder op grond van artikel 131, eerste lid, aanhef en onder b van de Wvw, in samenhang met artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van de Regeling verplicht om een alcoholslotprogramma op te leggen en is hij op grond van artikel 132b, tweede lid, van de Wvw in dat geval tevens verplicht het rijbewijs van betrokkene ongeldig te verklaren voor alle categorieën, met uitzondering van de categorie AM. Verweerder heeft daarbij geen beoordelingsvrijheid, zodat met het belang van verzoeker bij het behoud van zijn vrachtwagenrijbewijs geen rekening kan en mag worden gehouden.”

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden