ADHD en rijgeschiktheid
Indien bij u ADHD is vastgesteld, kan het CBR onder omstandigheden bepalen dat u niet langer geschikt bent om motorrijtuigen te besturen. Of in uw geval daartoe ook redenen bestaan, is mede afhankelijk van het oordeel van een specialistisch arts die door het CBR wordt ingeschakeld. De beoordeling vindt onder andere plaats aan de hand van de volgende criteria uit de bijlage bij de Regeling eisen rijgeschiktheid 2000.
ADHD (inclusief subtypen)
Het onderzoek naar de geschiktheid moet plaatsvinden door een specialist met kennis en ervaring op het gebied van ADHD bij volwassenen aan de hand van een checklist met risicofactoren (het CBR is in bezit van een dergelijke checklist).
Rijbewijzen van groep 1 (paragraaf 8.10.1 Regeling)
Geschiktverklaring voor de rijbewijzen van groep 1 voor een beperkte termijn is mogelijk indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
indien sprake is van risicofactoren zoals angststoornissen, depressieve stoornissen of persoonlijkheidstoornissen, dan dient te zijn gebleken dat deze voldoende onder controle zijn en als daarbij rijgevaarlijke medicatie wordt gebruikt gelden tevens de desbetreffende paragrafen van hoofdstuk 10, waaronder “10.3. Geneesmiddelen bij stemmingstoornissen”:
“Personen die antidepressiva gebruiken met een ernstige of potentieel gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid (categorie III) zijn ongeschikt tenzij de antidepressiva ten minste gedurende een periode van 36 maanden zonder onderbreking in gelijkblijvende dosering zijn gebruikt en de persoon een rijtest in de vorm van een specialistisch universitair onderzoek in een rijsimulator positief heeft doorstaan. Het CBR heeft daarvoor een protocol. De maximale geschiktheidstermijn bedraagt vijf jaar.
Personen die – in een therapeutische dosis – antidepressiva gebruiken die geen tot matig negatieve invloed hebben op de rijvaardigheid (categorie I en II), kunnen geschikt worden verklaard. Voor middelen uit categorie II geldt dat er een week na de start van de behandeling ongeschiktheid is.
Personen die lithiumzouten gebruiken, met een licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid (categorie II), kunnen geschikt worden verklaard. Na de start van de behandeling is er een week ongeschiktheid.”
- er mag geen sprake zijn van misbruik van psychoactieve middelen, zoals alcohol of drugs. Personen die misbruik maken van dergelijke middelen zijn zonder meer ongeschikt, zie paragraaf 8.8 van de bijlage;
- er moet sprake zijn van ziekte-inzicht en therapietrouw;
- er mag geen sprake zijn van rijgevaarlijke bijwerkingen van de medicatie.
Als het CBR voor een juiste oordeelsvorming een rijtest nodig acht, kan het een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen. Dit is in ieder geval aan de orde bij de eerste aanvraag van een rijbewijs. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol. De geschiktheidstermijn is maximaal drie jaar.
Rijbewijzen van groep 2 (paragraaf 8.10.2 Regeling)
Geschiktverklaring voor de rijbewijzen van groep 2 voor een beperkte termijn is mogelijk indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- er is geen sprake van risicofactoren zoals angststoornissen, depressieve stoornissen, misbruik van psychoactieve middelen of persoonlijkheidsstoornissen;
- er moet sprake zijn van ziekte-inzicht en therapietrouw;
- er mag geen sprake zijn van rijgevaarlijke bijwerkingen van de medicatie.
Als het CBR voor een juiste oordeelsvorming een rijtest nodig acht, kan het een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) inschakelen. Dit is in ieder geval aan de orde bij de eerste aanvraag van een rijbewijs. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol. De geschiktheidstermijn is maximaal één jaar.
Gebruik geneesmiddelen – Antihypertensiva (paragraaf 10.10 Regeling)
Antihypertensiva hebben in een therapeutische dosis geen negatieve invloed op de rijvaardigheid. Centraal aangrijpende antihypertensiva, zoals methyldopa en clonidine, kunnen sedatie geven en de rijvaardigheid negatief beïnvloeden.
Advies Gezondheidsraad
De gezondheidsraad heeft advies uitgebracht aan de Minister voor aanpassing en herziening van de normen in de Regeling eisen geschiktheid 2000.
Het advies heeft betrekking op de rijgeschiktheid voor deelname aan het gemotoriseerde verkeer van personen die vanwege ADHD behandeld worden met methylfenidaat (merknaam: Ritalin). Het betreft een voorstel tot wijziging van de huidige regelgeving, alsmede een voorstel tot het doen verrichten van nader wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van behandeling met methylfenidaat voor de rijvaardigheid.
Hierbij heeft de Commissie allereerst vastgesteld dat er onvoldoende data voorhanden zijn om een wetenschappelijk gefundeerd definitief voorstel te doen. Aan wetenschappelijk onderzoek dat deze hiaten kan opvullen, wordt gewerkt en het resultaat hiervan kan binnen enkele jaren beschikbaar zijn. Gezien de omvang van het probleem en de rigiditeit van de huidige regeling heeft de Commissie gemeend desondanks nu reeds een voorstel te moeten doen op basis van de huidige stand van de wetenschap.
Bij het formuleren van het voorstel tot wijziging van de regelgeving is naast de validiteit van de diagnose van ADHD bij volwassenen rekening gehouden met het optreden van comorbiditeit.Eveneens is aandacht besteed aan mogelijk optredende bijwerkingen van het middel. Het voorstel leidt ertoe dat de huidige verbodsbepaling voor rijgeschiktheid bij behandeling met psycho-stimulantia als methylfenidaat meer genuanceerd wordt, zodat deelname aan het gemotoriseerd verkeer voor personen die vanwege ADHD behandeld worden met hylfenidaat onder bepaalde voorwaarden mogelijk wordt.
Voorts wordt voorgesteld de regelgeving in evenwicht te brengen door naast de bepaling aangaande de medicatie in de Regeling eisen geschiktheid 2000 ook een bepaling op te nemen ten aanzien van de aandoening ADHD zelf.