Alcoholslotprogramma – Rijbewijs Ongeldig Verklaard https://rijbewijsongeldigverklaard.nl Mon, 09 Dec 2013 10:11:14 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.7 Na het alcoholslotprogramma (ASP) https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/na-het-alcoholslotprogramma-asp/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/na-het-alcoholslotprogramma-asp/#respond Mon, 09 Dec 2013 10:11:14 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/na-het-alcoholslotprogramma-asp/ Het alcoholslotprogramma (ASP) is definitief beeindigd. De minister heeft aangegeven dat alle deelnemers aan het alcoholslotprogramma hiermee kunnen stoppen. Wij zullen voor u uiteenzetten hoe dat precies werkt en aan welke voorwaarden u moet voldoen.

Deelname alcoholslotprogramma

Voor de personen die WEL deelnemen aan het alcoholslotprogramma, bestaat de mogelijkheid om via de eigen verklaringsprocedure van het CBR een nieuw rijbewijs zonder code 103 (beperking alcoholslotprogramma) te krijgen. U dient dan een eigen verklaring aan te vragen via MijnCBR.nl of via uw gemeentekantoor. Vraag 4 op de eigen verklaring dient u met ‘ja’ te beantwoorden. U krijgt vervolgens een keuring bij een psychiater opgelegd. Het is belangrijk dat u zich hier goed op voorbereid! Bestel voor de informatiebrochure ‘alcohol’ via www.eigenverklaringsprocedurecbr.nl en lees de brochure goed door. 

Zonder deze informatiebrochure is het erg lastig om door de keuring te komen. De keuring bij de pychiater bevat veel strikvragen en valkuilen. Als u een ‘verkeerd’ antwoord geeft, kan het CBR al besluiten om uw rijbewijs voor een jaar ongeldig te verklaren. Dit zou betekenen dat u het rijbewijs weer dient in te leveren.

Geen deelname alcoholslotprogramma

Wanneer u NIET deelneemt aan het alcoholslotprogramma hebt u de mogelijkheid om viaom via de eigen verklaringsprocedure van het CBR het rijbewijs terug te krijgen. Ook dan dient u de eigen verklaring aan te vragen via MijnCBR.nl of via uw gemeentekantoor. Vraag 4 op de eigen verklaring dient u met ‘ja’ te beantwoorden. U krijgt vervolgens een keuring bij een psychiater opgelegd. Het is belangrijk dat u zich hier goed op voorbereid! Bestel voor de informatiebrochure ‘alcohol’ via www.eigenverklaringsprocedurecbr.nl  en lees de brochure goed door.

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/na-het-alcoholslotprogramma-asp/feed/ 0
Samenloop strafrechtelijke invordering en alcoholslotprogramma https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/samenloop-strafrechtelijke-invordering-en-alcoholslotprogramma/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/samenloop-strafrechtelijke-invordering-en-alcoholslotprogramma/#respond Mon, 09 Dec 2013 10:09:00 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/samenloop-strafrechtelijke-invordering-en-alcoholslotprogramma/ Bij samenloop van een strafrechtelijke invordering van het rijbewijs (artikel 164, lid 2 WVW 1994) en een gelijktijdige (in gang te zetten) ongeldigverklaring van het “ASP”-rijbewijs (artikel 132, lid 2 WVW 1994), gaat het fysieke rijbewijs met het proces-verbaal van het misdrijf naar het OM. Nadat het OM de strafzaak heeft afgerond, geleidt het OM het “ASP”-rijbewijs door naar degene bij wie de houder dat rijbewijs had dienen in te leveren, te weten het CBR (artikel 164, lid 6 WVW 1994 of artikel 180, lid 5 WVW 1994).

Bij het gelijktijdig van toepassing zijn van zowel een strafrechtelijke als een bestuursrechtelijke invordering van het rijbewijs zal ten aanzien van het fysieke rijbewijs eerst voorrang worden gegeven aan de strafrechtelijke invordering. Dit betekent dat het rijbewijs naar het OM moet worden gestuurd..

Artikel 164, lid 2 WVW 1994 bepaalt wanneer de opsporingsambtenaar tot strafrechtelijke invordering van het rijbewijs moet overgaan. Toegepast op deelnemers ASP betekent dit een strafrechtelijke invordering in geval van overtreding van:

  • artikel 8, lid 4, aanhef en onder b, WVW 1994 (rijden onder invloed) met bewijs of verdenking dat AAG > 350 µg/l of BAG > 0,8 promille;
  • artikel 163, lid 2, lid 6, lid 8 of lid 9 WVW 1994 (weigeren ademanalyse, weigeren bloedproef, weigeren urineonderzoek of weigeren (achteraf) toestemming te geven voor onderzoek afgenomen bloed.
  • Artikel 130, lid 2 WVW1994 jo. artikel 5, aanhef en onderdeel o, Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2010 bepaalt wanneer de opsporingsambtenaar tot een bestuursrechtelijke invordering van het rijbewijs moet overgaan. Toegepast op deelnemers ASP betekent dit een bestuursrechtelijke invordering in geval van overtreding van:

c. Artikel 8, lid 4, aanhef en onder b, WVW 1994 (rijden onder invloed) met bewijs of verdenking dat AAG > 88 µg/l of BAG > 0,2 promille;
d. Artikel 9, lid 9 WVW 1994.

Op basis van de WVW 1994 kan de politie ook een rijbewijs strafrechtelijk invorderen op andere gronden dan rijden onder invloed. De mogelijkheid bestaat immers ook bij excessieve snelheidsovertredingen of bij situaties waarbij de verkeersveiligheid in het geding is (lid 3 van artikel 164 WVW 1994). De strafrechtelijke invordering van het rijbewijs wordt door de politie in het rijbewijzenregister verwerkt. Vanzelfsprekend mag een bestuurder gedurende de invordering geen motorrijtuig besturen waarvoor een rijbewijs vereist is.

Indien dit het rijbewijs van een ASP-bestuurder betreft en dit betekent dat deze bestuurder niet aan alle voorwaarden (spelregels) van het ASP-programma kan voldoen, dient de betrokken ASP-bestuurder dit zelf te melden aan het CBR.

Indien door een ASP-bestuurder zowel artikel 8 als artikel 9, lid 9 WVW 1994 wordt overtreden, zal door de politie een proces-verbaal worden opgemaakt voor beide feiten, dat geheel aan het (regio)parket moet worden gezonden. Indien de politie per abuis niet één, maar twee afzonderlijke processen-verbaal heeft opgemaakt, zal artikel 8 WVW 1994 door de CVOM en artikel 9 WVW 1994 door het (regio)parket worden afgedaan. Om administratieve redenen moet in dat laatste geval worden voorkomen dat alsnog tussen de CVOM en een (regio)parket processen-verbaal worden overgedragen.

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/samenloop-strafrechtelijke-invordering-en-alcoholslotprogramma/feed/ 0
Werking alcoholslot https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/werking-alcoholslot/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/werking-alcoholslot/#respond Fri, 07 Jun 2013 23:02:17 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/werking-alcoholslot/ Een alcoholslot is een startonderbreker in de auto waar de bestuurder eerst in moet blazen voordat de auto start. Als de bestuurder een alcoholpromillage boven 0,2 heeft, start de auto niet. Het blaasapparaat is in de auto ingebouwd en registreert gegevens over hoe vaak er geblazen wordt, met welk promillage, op welke dag en op welk tijdstip. Ook registreert het apparaat eventuele fraudepogingen. Mensen met een alcoholslot moeten om de 6 weken de ‘blaasgegevens’ laten uitlezen.

Om fraude te voorkomen, bijvoorbeeld iemand anders laten blazen voor het starten, moet de bestuurder onderweg nogmaals een aantal keer blazen. Dit is de zogenaamde hertest. De test wordt door een optisch en akoestisch signaal ruim van tevoren aangekondigd. De bestuurder kan de test maximaal 12 minuten uitstellen als blazen vanwege de verkeerssituatie niet mogelijk is.

Alcoholsloten controleren de adem op vochtgehalte en warmte om de kans op fraude verder te beperken.

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/werking-alcoholslot/feed/ 0
Kosten alcoholslotprogramma CBR https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kosten-alcoholslotprogramma-cbr/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kosten-alcoholslotprogramma-cbr/#respond Fri, 07 Jun 2013 22:58:59 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kosten-alcoholslotprogramma-cbr/ In de wet is bepaald dat de kosten voor de deelname aan het alcoholslotprogramma voor rekening komen van degene aan wie het alcoholslotprogramma door het CBR wordt opgelegd. Het is de duurste maatregel die door het CBR wordt opgelegd. U moet kosten betalen voor het opleggen van de maatregel, kosten voor het inbouwen van het alcoholslot en het regelmatig uitlezen van het apparaat, en kosten voor het trainingsprogramma. In dit artikel hebben wij de kosten voor u op een rijtje gezet.

Kosten oplegging maatregel 

Voor de oplegging van de maatregel tot verplichte deelname aan het alcoholslotprogrogramma moet u een bedrag van € 300,00 aan het CBR betalen. Ook wanneer u niet wil meewerken aan het alcoholslotprogramma bent u verplicht om deze kosten te betalen. Wij adviseren u om deze kosten tijdig te betalen om verdere incassokosten te voorkomen. 

Kosten uitvoering alcoholslotprogramma

Wanneer u besluit om deel te nemen aan het alcoholslotprogramma, bent u verplicht om ook de andere kosten te betalen. Om te beginnen moet u dan het eerste termijnbedrag van € 370,00, zoals vermeld in de brief van het CBR, te betalen. U ontvangt vervolgens van het CBR een betalingsbevestiging “eerste termijn uitvoeringskosten alcoholslotprogramma”.

De kosten voor de uitvoering van het alcoholslotprogramma bedragen in totaal € 760,00. U ontvangt dus later nog een tweede factuur van het CBR voor het aanvullende gedeelte. Deze kosten vindt u ook terug in de tarievenlijst die het CBR hanteert.

Inbouwen en uitlezen alcoholslot

Verder moet u kosten betalen voor de huur van het alcoholslot, de inbouw, het uitlezen en de uitbouw van het slot. U kunt hierbij nog kiezen uit verschillende leasepakketten; een standaardpakket (de D-mobile), een pakket met extra verzekering tegen diefstal (D-security), en nog een pakket dat daarbovenop nog een haal- en brengservice biedt bij inbouw (D-security comfort). Het goedkoopste leasepakket kost € 2771,00 bij vooruitbetaling. Indien u kiest voor maandelijkse betaling dan bedragen de kosten nog eens € 200,00 meer. 

Aanvragen nieuw rijbewijs

Vervolgens moet u nog kosten betalen voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs, met codering 103. Deze kosten verschillen per gemeente. U moet ongeveer rekenen op een bedrag van € 30,00 – € 55,00.

TOTALE KOSTEN

In totaal moet u erop rekenen dat u voor het alcoholslotprogramma een bedrag van
€ 3.900,00 tot € 4.500,00 kwijt zult zijn. Betaling in maandelijkse termijnen is mogelijk, maar kan een vertraging opleveren voor de start van het alcoholslotprogramma.

Bezwaar en beroep

Gezien de hoge kosten die verbonden zijn aan de deelname aan het alcoholslotprogramma loont het vaak wel de moeite om eerst deskundig advies in te winnen bij een gespecialiseerde advocaat. De advocaat vraagt voor u de stukken op bij het CBR en zal deze bestuderen en indien er gronden zijn om bezwaar te maken tegen de beslissing van het CBR, zal hij dit onmiddellijk doen. Dit kan u wellicht veel kosten en tijd besparen!

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kosten-alcoholslotprogramma-cbr/feed/ 0
Uitlezen alcoholslot https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/uitlezen-alcoholslot/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/uitlezen-alcoholslot/#respond Fri, 07 Jun 2013 13:52:44 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/uitlezen-alcoholslot/ Wanneer door het CBR aan u een alcoholslotprogramma (ASP) is opgelegd, bent u verplicht om een alcoholslot in uw auto te laten inbouwen, en bent u verplicht om het alcoholslot regelmatig te laten uitlezen bij een servicestation. In dit artikel leggen we uit hoe dit allemaal werkt en aan welke voorwaarden u moet voldoen.

Inbouwen alcoholslot

Het inbouwen van een alcoholslot gebeurt bij een inbouwstation dat speciaal hiervoor is aangewezen. Op de website van Drager vindt u een overzicht van alle inbouw- en servicestations in Nederland. U maakt een afspraak om het alcoholslot in te laten bouwen en  laat u vervolgens door iemand anders daarheen rijden. Wees voorzichtig dat u niet zelf de auto bestuurd! Uw rijbewijs blijft namelijk ongeldig totdat het alcoholslot is ingebouwd en u een nieuw rijbewijs hebt aangevraagd.

Aanvragen nieuw rijbewijs

Nadat u het alcoholslot hebt laten inbouwen, mag u een nieuw rijbewijs aanvragen bij uw gemeente. U ontvangt hierover bericht van het CBR. Op uw rijbewijs komt de code 103 te staan, met vermelding van het kenteken van het motorrijtuig waar het alcoholslot is ingebouwd. U bent dan alleen bevoegd om dat motorrijtuig te besturen.

Uitlezen alcoholslot

Vervolgens moet u regelmatig het servicestation bezoeken om het alcoholslot te laten kalibreren en de gegevens uit het geheugen van het alcoholslot te laten uitlezen.

De eerste zes maanden moet het alcoholslot elke 46 dagen plaatsvinden. Daarna is het mogelijk dat de uitleesfrequentie wordt teruggebracht naar eens per 92 dagen, mits bij uitlezing van het alcoholslot is gebleken dat:

– er in de eerste 6 maanden maximaal driemaal een blaaspoging is geregistreerd met een alcoholgehalte van meer dan 88ug/l;
– er in de periode 6 -12 maanden maximaal tweemaal een blaaspoging is geregistreerd met een alcoholgehalte van meer dan 88ug/l;
– er in de periode 12 – 18 maanden maximaal eenmaal een blaaspoging is geregistreerd met een alcoholgehalte van meer dan 88ug/l;
– er in de periode 18 – 24 maanden geen blaaspogingen zijn geregistreerd met een alcoholgehalte van meer dan 88ug/l;

Wanneer blijkt van een overtreding van deze voorwaarden, wordt de uitleesperiode weer op 46 dagen vastgesteld.

N.B. u kunt maximaal 5 werkdagen voor het einde van de 46- of 92-dagen-termijn het alcoholslot laten uitlezen. Zorg ervoor dat u altijd op tijd bent met het uitlezen van het alcoholslot omdat anders het rijbewijs weer ongeldig wordt verklaard.

Extra uitlezingen

In aanvulling op de periodieke uitlezingen eens per 46 dagen of eens per 92 dagen moet u het alcoholslot extra laten uitlezen in de volgende gevallen:

– Indien minder dan 10% van de geheugencapaciteit voor de opslag van gegevens resteert;
– indien het alcoholslot bij zelfdiagnose constateert dat er onregelmatigheden of technische mankementen zijn;
– indien het alcoholslot na de laatste uitlezing tenminste drie keer een spanningsonderbreking heeft geregistreerd;
– indien het motorrijtuig is gestart zonder dat vooraf een geldig ademmonster is afgegeven of nadat uit het ademmonster blijkt van een gemeten ademalcoholgehalte van meer dan 88 ug/l;
– indien u niet heeft voldaan aan het verzoek om een hertest af te leggen;
– indien een hertest is afgelegd waarbij blijkt dat het gemeten ademalcoholgehalte hoger was dan 88 ug/l

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/uitlezen-alcoholslot/feed/ 0
Alcoholslotprogramma; wat houdt het in? https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-wat-houdt-het-in/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-wat-houdt-het-in/#respond Fri, 07 Jun 2013 12:54:42 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-wat-houdt-het-in/ Wanneer aan u een alcoholslotprogramma (ASP) wordt opgelegd, is het belangrijk voor u om te weten wat dit precies inhoudt, waaraan u moet voldoen, en hoe lang u hieraan vast zit. In dit artikel zullen wij alles over het alcoholslotprogramma uitleggen.

Voorwaarden opleggen alcoholslotprogramma

Allereerst nog kort de voorwaarden voor het opleggen van het alcoholslotprogramma:
Het alcoholslotprogramma (ASP) wordt door het CBR opgelegd wanneer u, als bestuurder, meer dan 570 μg/l hebt geblazen, maar minder dan 785 μg/l. Voor beginnende bestuurders wordt het alcoholslotprogramma opgelegd vanaf 435 μg/l. De precieze voorwaarden op de pagina Alcoholslotprogramma – procedure. Wanneer niet aan deze voorwaarden is voldaan, of wanneer u ten onrechte als bestuurder wordt aangemerkt, of indien er andere redenen zijn waarom u het niet eens bent met de opgelegde maatregel, moet u altijd bezwaar hiertegen aantekenen.

Kosten alcoholslotprogramma

In de wet is bepaald dat de kosten voor de deelname aan het alcoholslotprogramma voor rekening komen van degene aan wie het alcoholslotprogramma door het CBR wordt opgelegd. Het is de duurste maatregel die door het CBR wordt opgelegd. U moet kosten betalen voor het opleggen van de maatregel, kosten voor het inbouwen van het alcoholslot en het regelmatig uitlezen van het apparaat, en kosten voor het trainingsprogramma. Daarnaast moet u een nieuw rijbewijs aanvragen met code 103. Al bij al bedragen de kosten ruim € 3.000,00.

Deelname alcoholslotprogramma

Het alcoholslotprogramma start door de betaling van de kosten hiervoor. De kosten staan vermeld in de eerste brief die u ontvangt van het CBR. U moet sowieso altijd de kosten van de oplegging van het alcoholslotprogramma betalen, ook als u besluit om hieraan niet deel te nemen. Wanneer u tevens de kosten hebt betaald die verbonden zijn aan het alcoholslotprogramma zelf, dan ontvangt u kort daarna een brief van het CBR ter bevestiging van de betaling en met nadere informatie over het alcoholslotprogramma.

Verloop alcoholslotprogramma

Het alcoholslotprogramma bestaat uit twee onderdelen. 
1. U bent verplicht om het alcoholslot in uw auto te laten inbouwen, en het alcoholslot regelmatig te laten uitlezen
2. U bent verplicht om deel te nemen aan het motivatieprogramma

Alcoholslot inbouwen

U moet het alcoholslot laten inbouwen in uw auto bij een daarvoor aangewezen inbouwstation. Na betaling van het eerste termijnbedrag ontvangt u van het CBR een betalingsbevestiging “eerste termijn uitvoeringskosten alcoholslotprogramma”. Vervolgens kunt u contact opnemen met een inbouwstation bij u in de buurt om het alcoholslot in uw personenauto te laten bouwen. Op de website www.alcoholslot.nl vindt u meer informatie over het alcoholslot en de inbouwstations bij u in de buurt.

Uitlezen alcoholslot

Daarnaast bent u verplicht om het alcoholslot regelmatig te laten uitlezen bij het servicestation. De gegevens van het alcoholslot worden dan opgehaald en geanalyseerd. Iedere overtreding waarbij u meer dan 88 ug/l uitgeademde lucht hebt geblazen bij het gebruik van het alcoholslot wordt geregistreerd. In de eerste periode van zes maanden mogen er maximaal 3 overtredingen worden geconstateerd. Vanaf de 18 maanden mogen geen overtredingen meer worden geregistreerd. 

Het alcoholslot zal gedurende de eerste zes maanden om de 46 dagen uitgelezen moeten worden. Daarna worden de uitleesperioden teruggebracht tot eens in de 92 dagen.

–>Meer informatie uitlezen alcoholslot

Motivatieprogramma

Daarnaast bent u verplicht om deel te nemen aan het zogenaamde motivatieprogramma. Het motivatieprogramma houdt in dat u bij een aantal bijeenkomsten (groepsessies) en begeleidingsafspraken verschijnt, waarvan de data door het CBR worden vastgesteld. Tijdens deze bijeenkomsten krijgt u les over de gevaren van alcohol in het verkeer.

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-wat-houdt-het-in/feed/ 0
Alcoholslotgrogramma (tijdelijk) niet mogelijk voor vrachwagenchauffeurs en buschauffeurs https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-niet-mogelijk-voor-vrachtwagenchauffeurs-buschauffeurs/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-niet-mogelijk-voor-vrachtwagenchauffeurs-buschauffeurs/#respond Thu, 09 Aug 2012 20:39:11 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-niet-mogelijk-voor-vrachtwagenchauffeurs-buschauffeurs/ Voor vrachtwagenchauffeurs en buschauffeurs zijn de gevolgen groot wanneer aan hen door het CBR het alcoholslotprogrammaalcoholslotprogramma wordt opgelegd. Het CBR alcoholslotprogramma heeft namelijk tot gevolg dat het rijbewijs ongeldig verklaard wordt, en dat dit rijbewijs alleen weer geldig kan worden wanneer de betrokkene een alcoholslot in zijn auto laat inbouwen en een motivatietraining volgt. De geldigheid van het rijbewijs is in dat geval uitsluitend beperkt tot de categorie B (personenauto’s), en dan nog met de code 103 dat een beperking inhoudt om alleen een met kenteken op het rijbewijs vermelde personenauto te rijden, waarin het alcoholslot is ingebouwd. Voor vrachtwagenchauffeurs, buschauffeurs en anderen die beroepsmatig gebruik maken van een auto waarin geen alcoholslot ingebouwd kan worden betekent dit dat zij niet langer die motorrijtuigen kunnen besturen, en hoogstwaarschijnlijk hun baan kwijtraken. De vraag is of deze grote gevolgen juridisch wel toelaatbaar zijn.

Alcoholslotprogramma is “criminal charge”

Het alcoholslotprogramma is aan te merken als een criminal charge. Dit volgt uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling overwoog:

De Afdeling stelt voorop dat, indien de maatregel als een op een “criminal charge” gebaseerde is aan te merken, onder meer de uit artikel 6 van het EVRM voortvloeiende waarborgen voor punitieve sancties, als de onschuldpresumptie, het ne bis in idem-beginsel, het legaliteitsbeginsel en de eisen van behandeling binnen een redelijke termijn, in rechte kunnen worden ingeroepen. Verder brengt dat met zich dat de bestuursrechter de evenredigheid van de maatregel indringend dient te toetsen, indien daartegen in rechte is opgekomen en de juistheid van de maatregel, gelet op de zwaarte ervan, wordt betwist.3.2. Naar de maatstaven van het EHRM moeten bij de beoordeling of sprake is van een maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, in aanmerking worden genomen de aard van de overtreden norm, het doel, de aard en de zwaarte van de maatregel, die met de overtreding wordt geriskeerd en de vraag of de handhaving van de overtreden norm naar nationaal recht als strafrechtelijk is aangemerkt.

Het EHRM heeft in het arrest van 13 december 2005, nr. 73661/01, de schorsing van de geldigheid van een rijbewijs voor de duur van achttien maanden een maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, geoordeeld. Daartoe heeft het overwogen dat het doel van de maatregel deels punitief was, gelet op het tijdsverloop van negen maanden tussen het zich voordoen van de feiten waarop met de schorsing werd gereageerd en die schorsing, en op de omstandigheid dat een strafrechtelijke veroordeling grondslag voor deze maatregel was. Het EHRM heeft in dat arrest verder overwogen:

“What is more, in the view of the Court, the severity of the measure – suspension of the applicant’s driving licence for 18 months – was in itself so significant, regardless of the context of his criminal conviction, that it could ordinarily be viewed as a criminal sanction (see Mulot v. France (dec.), no. 37211/97, 14 December 1999; Hangl v. Austria (dec.), no. 38716/97, 20 March 2001, and Escoubet v. Belgium, cited above, § 38)”.

De Afdeling stelt vast dat het EHRM daarmee – anders dan het CBR betoogt, niet ten overvloede – heeft geoordeeld dat de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs voor de duur van achttien maanden reeds om reden van die zwaarte van de maatregel, los van de context van de strafrechtelijke veroordeling, doorgaans als een maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, dient te worden aangemerkt.

Ook uit andere arresten van het EHRM over maatregelen tot schorsing of ongeldigverklaring van een rijbewijs (onder meer van 23 september 1998, Malige tegen Frankrijk, nr. 27812/95, 21 september 2006, Maszni tegen Roemenië, nr. 59892/00 en 24 januari 2012, Mihai Toma tegen Roemenië, nr. 1051/06; www.echr.coe.int), leidt de Afdeling af dat de zwaarte van deze maatregelen naar het oordeel van het EHRM daaraan een punitief karakter kan geven, zodat deze dan als een maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, zijn aan te merken, niettegenstaande hun administratiefrechtelijke kwalificatie naar nationaal recht.

Niet bestreden is dat, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, de maatregel, indien deze wordt opgelegd aan houders van een rijbewijs voor uitsluitend het besturen van motorrijtuigen van de categorie B, geen maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, in de zin van artikel 6 van het EVRM inhoudt, omdat de betrokkenen dat rijbewijs gedurende het asp kunnen behouden.Zoals de rechtbank heeft overwogen, heeft de maatregel in het geval van [wederpartij] echter tot gevolg dat hij weliswaar de beschikking over het rijbewijs voor motorrijtuigen van de categorie B kan behouden, maar zijn rijbewijs voor motorrijtuigen van de categorie C, waarvan hij voor zijn inkomen afhankelijk is, voor ten minste vierentwintig maanden ongeldig is verklaard. De rechtbank heeft naar het oordeel van de Afdeling in het licht van voormelde arresten van het EHRM met juistheid geoordeeld dat de aan [wederpartij] opgelegde maatregel vanwege de zwaarte ervan een punitief karakter heeft. Dat oordeel ziet op de oplegging van de maatregel aan alle houders van een rijbewijs voor motorrijtuigen van de categorie C die daarvan voor hun inkomen afhankelijk zijn. Reeds hierom treft het betoog van het CBR dat deze afhankelijkheid een bijzondere omstandigheid van dit concrete geval betreft en de rechtbank daarom ten onrechte het antwoord op de vraag of de maatregel een punitief karakter heeft van die omstandigheid afhankelijk heeft gemaakt, geen doel.

In het midden kan blijven of ook ingeval het rijbewijs voor motorrijtuigen van de categorie C ongeldig wordt verklaard van iemand die niet voor zijn inkomen daarvan afhankelijk is, de maatregel als een op een “criminal charge” gebaseerde moet worden aangemerkt.

Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank de aan [wederpartij] opgelegde maatregel terecht als een maatregel gebaseerd op een “criminal charge”, aangemerkt.

Het gevolg van deze kwalificatie is dat de maatregel door de rechter ook op de gevolgen getoetst moet worden. De gevolgen van het alcoholslotprogramma mogen niet onevenredig zwaar zijn in verhouding tot het beoogde doel.

Gevolgen alcoholslotprogramma

De gevolgen vaan het alcolslotprogramma worden echter volgens de Afdeling toelaatbaar geacht. De Afdeling overweegt dienaangaande:

Het CBR bestrijdt evenwel met succes het oordeel van de rechtbank dat de voor [wederpartij] nadelige gevolgen van het besluit tot oplegging van de maatregel, dat hij zijn baan zal verliezen en niet meer in zijn levensonderhoud zal kunnen voorzien, onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

Het CBR besluit krachtens artikel 132b, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994, gelezen in samenhang met artikel 17, aanhef en onder a, van de Regeling, indien een schriftelijke mededeling is gedaan van een overtreding, als door [wederpartij] begaan, tot oplegging van het asp en ongeldigverklaring van het rijbewijs van de betrokkene voor alle categorieën uitgezonderd de categorie AM. Krachtens artikel 132a, eerste lid, van het Reglement rijbewijzen wordt een alcoholslot alleen in motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B ingebouwd.

Uit de arresten van het EHRM van 23 september 1998, Malige tegen Frankrijk, nr. 27812/95 en 2 juli 2002, Göktan tegen Frankrijk, nr. 33402/96 (www.echr.coe.int) volgt dat artikel 6 van het EVRM een systeem van wettelijk vastgestelde bestraffende sancties niet uitsluit en het bestuur en de rechter in beginsel van de door de wetgever gemaakte vaststelling dienen uit te gaan, mits de wettelijke bepalingen met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel tot stand zijn gekomen.

Blijkens de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2008/09, 31 896, nr. 3, blz. 7-8 en 17) heeft de wetgever voor invoering van de maatregel van het asp gekozen, omdat onderzoek heeft uitgewezen dat ten minste een kwart van de verkeersdoden in Nederland het slachtoffer is van een ongeval door alcoholgebruik. In de jaren 2006 en 2007 komt dat neer op jaarlijks ruim tweehonderd verkeersdoden. Driekwart van deze dodelijke ongevallen wordt veroorzaakt door motorrijtuigbestuurders die met een alcoholgehalte van 1,3 ‰ of meer worden aangehouden. In de afgelopen jaren is het totale aantal overtreders van het verbod onder invloed van alcohol een motorrijtuig te besturen weliswaar afgenomen, maar het aantal bestuurders dat met voormeld of een hoger alcoholgehalte wordt aangehouden niet significant afgenomen. Reeds toegepaste instrumenten in de strijd tegen het rijden onder invloed van alcohol, als voorlichtingscampagnes, gerichte verkeerscontroles, educatieve maatregelen en geschiktheidsonderzoeken, hebben geen blijvend effect op deze groep zware overtreders. Dat kan worden afgeleid uit het feit dat het geregistreerde aandeel van slachtoffers van ongevallen door rijden onder invloed van alcohol – zowel dodelijke slachtoffers als slachtoffers waarbij een ziekenhuisopname noodzakelijk is – tussen 2002 en 2007 geen dalende trend heeft vertoond. De wetgever in formele zin heeft daarom nieuwe instrumenten nodig geacht om de gewenste gunstige trend tot stand te brengen. Een dergelijk instrument is het asp. Doel hiervan is het aantal alcoholgerelateerde verkeersslachtoffers te verminderen door de zware overtreders bewust te maken van de grote gevaren van rijden onder invloed van alcohol en te leren een scheiding te maken tussen alcoholgebruik en het besturen van een motorrijtuig. In het buitenland is reeds veel ervaring met het asp opgedaan en zijn de ervaringen positief. Volgens berekeningen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid kan de invoering van deze maatregel leiden tot een jaarlijkse reductie van vijfentwintig tot dertig verkeersdoden en tweehonderdvijftig tot driehonderd gewonden die een ziekenhuisopname vereisen, aldus de genoemde memorie van toelichting. Daarbij is het vooralsnog niet maatschappelijk aanvaardbaar geoordeeld dat de betrokken rijbewijshouders gedurende het asp motorrijtuigen van de categorieën C en D kunnen besturen, dan wel dat een uitzondering op dat uitgangspunt wordt gemaakt voor beroepsmatige chauffeurs van deze motorrijtuigen. Expliciet is van belang geacht dat van deze chauffeurs een bijzonder verantwoordelijkheidsgevoel mag worden verwacht en dat algemeen bekend mag worden verondersteld dat verkeersdelicten, ook indien deze buiten werktijd worden begaan, consequenties voor de rijbevoegdheid en daarmee voor de uitoefening van het werk als beroepschauffeur kunnen hebben.

Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat aan de memorie van toelichting is afgedaan. Gelet op de aldus door de wetgever gemaakte afweging is de Afdeling van oordeel dat artikel 132b, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994, artikel 17 van de Regeling en artikel 132a, eerste lid, van het Reglement rijbewijzen met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel tot stand zijn gekomen. De maatregel van het asp kan niet worden aangemerkt als niet geschikt voor het bereiken van de daarmee beoogde doelen van het verder vergroten van de verkeersveiligheid en het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers als gevolg van ongevallen door het onder invloed van alcohol besturen van motorrijtuigen. Evenmin gaat de maatregel verder dan ter bereiking van die doelen noodzakelijk is. De keuze van de wetgever om de inbouw van alcoholsloten vooralsnog tot motorrijtuigen van de categorie B te beperken en de betrokken rijbewijshouders, die in belangrijke mate voor voormelde ongevallen en verkeersslachtoffers verantwoordelijk zijn, eerst nadat zij door voltooiing van het asp hebben aangetoond een scheiding tussen alcoholgebruik en het besturen van een motorrijtuig te kunnen aanbrengen toe te staan een vrachtwagen of bus te besturen, ligt primair op diens weg en niet op die van de rechter en is naar het oordeel van de Afdeling niet in strijd met artikel 6 van het EVRM.

Het voorgaande brengt mee dat, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, voormelde nadelige gevolgen voor [wederpartij] van het besluit tot het opleggen van de maatregel niet maken dat het besluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Het betoog van [wederpartij] dat de financiële verplichtingen die met deelname aan het asp samenhangen, waarbij geen rekening wordt gehouden met de draagkracht van betrokkenen, maken dat het evenredigheidsbeginsel wordt geschonden, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij stelt de Afdeling voorop dat ook dit een bewuste keuze van de wet- en regelgever is.

In de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 2008/09, 31 896, nr. 4, blz. 7-8) is hierover onder meer het volgende opgemerkt:

“Het is genoegzaam en algemeen bekend dat rijden onder invloed van alcohol gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid en daarom absoluut ongewenst is. Ook is genoegzaam bekend dat de regering al enige tijd bezig is om dit verschijnsel hard aan te pakken. Desondanks heeft de betrokkene een motorrijtuig bestuurd onder invloed van een behoorlijk hoog promillage (voor de “first offender” is dat 1,3‰; voor de recidivist 1,0‰). Hem wordt nu door deel te nemen aan het asp toch een laatste gelegenheid geboden om ondanks zijn foute gedrag mobiel te blijven. Het is niet onredelijk dat hij de daaraan verbonden kosten zelf draagt. Hij zal dus voor zichzelf de afweging moeten maken of het mobiel blijven opweegt tegen de kosten”.

Naar het oordeel van de Afdeling is het gerechtvaardigd te achten dat de minister op basis van artikel 132c, zesde en zevende lid, van de Wvw 1994 is gekomen tot de vaststelling van de in artikel 21, eerste lid, van de Regeling opgenomen kosten. Gesteld noch gebleken is dat deze kosten de werkelijke kosten met betrekking tot het opleggen en de uitvoering van het asp te boven gaan. Artikel 21, eerste lid, van de Regeling voorziet er niet in dat het CBR bij het opleggen van een asp rekening houdt met de financiële draagkracht van de betrokkene. In het betoog van [wederpartij] dat de oplegging van het asp onevenredig nadeel voor hem oplevert, wordt, bezien in het licht van de doelen van het asp en van voormelde, door de betrokkene te maken afweging, geen grond gezien voor het oordeel dat het CBR deze bepaling in dit geval buiten toepassing had dienen te laten.”

Tijdelijke wetswijziging

In verband met deze uitspraak van de Raad van State is per 22 april 2014 de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 aangepast in die zin dat in artikel 18 van deze regeling is opgenomen dat het alcoholslotprogramma niet kan worden opgelegd indien wordt aangetoond dat de betrokkene voor zijn inkomen afhankelijk is van zijn rijbewijs C, C1 en D, D1. De wijziging van de wet vindt u hier.

Conclusie

In feite volgt dus uit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het alcoholslotprogramma voor vrachtwagenchauffeurs, buschauffeurs en andere beroepschauffeurs wel als een criminal charge moet worden aangemerkt, maar dat de gevolgen van het opleggen van het alcoholslotprogramma voor deze bestuurders niet ontoelaatbaar zijn. Het alcoholslotprogramma mag daarom ook worden opgelegd aan deze categorie bestuurders. Sedert 22 april 2014 geldt echter de wetswijziging (ook met terugwerkende kracht) zodat bus- en vrachtwagenchauffeurs onder het alcoholslotprogramma uit kunnen komen.

Uitspraak: Raad van State, 23 oktober 2013, zaaknr 201301126/1/A3 

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/alcoholslotprogramma-niet-mogelijk-voor-vrachtwagenchauffeurs-buschauffeurs/feed/ 0
Kansloze verweren tegen alcoholslotprogramma https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kansloze-verweren-tegen-alcoholslotprogramma/ https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kansloze-verweren-tegen-alcoholslotprogramma/#respond Thu, 09 Aug 2012 18:48:04 +0000 http://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kansloze-verweren-tegen-alcoholslotprogramma/ Sinds de invoering van het alcoholslotprogramma heeft men al vaak geprobeerd de oplegging van deze maatregel aan te vechten door tegen het besluit bezwaar aan te tekenen en een voorlopige voorziening aan te vragen. Dat men zo hiertegen probeert op te komen heeft te maken met de grote (financiele) gevolgen die deze maatregel met zich meebrengt. Alles bij elkaar kost deze maatregel al gauw € 4.000,00, onder meer voor het opleggen van de maatregel, het verplicht laten inbouwen van het alcoholslot en de verplichte trainingen die gevolgd moeten worden.
Niet alle verweren kunnen echter slagen. Hieronder treft u een overzicht van alle verweren die door de rechter zijn verworpen.

Punitatieve maatregel

Bij de rechtbank Dordrecht heeft een bestuurder als verweer gevoerd dat de alcoholslotmaatregel moet worden beschouwd als een punitatieve sanctie, die niet door een bestuursorgaan mag worden opgelegd. De rechter verwerpt dit verweer echter.
e voorzieningenrechter overweegt dat de vraag of een maatregel als een “criminal charge” als bedoeld in artikel 6 van het EVRM moet worden aangemerkt, moet worden beantwoord aan de hand van de kwalificatie die de wetgever aan de maatregel geeft, het met de maatregel beoogde doel en de aard en de zwaarte van de maatregel. De voorzieningenrechter concludeert op grond van hetgeen de wetgever bij het invoeren van de maatregel heeft overwogen, dat het alcoholslotprogramma door de wetgever als herstelmaatregel wordt gekwalificeerd en is bedoeld. Het met de maatregel beoogde doel, namelijk enerzijds het verhogen van het bewustzijn van een specifieke groep rijbewijshouders omtrent de gevaren van het rijden onder invloed van alcohol en anderzijds het verbeteren van de veiligheid van verkeersdeelnemers, is niet zonder gewicht. De voorzieningenrechter ziet in hetgeen verzoeker heeft aangevoerd over de aard en de zwaarte van de maatregel en de hoogte van de kosten in relatie tot hetgeen de wetgever daarover heeft overwogen, onvoldoende grond voor het voorlopig oordeel dat het alcoholslotprogramma als leedtoevoegend en daarmee als “criminal charge” dient te worden gekwalificeerd. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Voor volledige uitspraak, zie LJN: BW3635, Rechtbank Dordrecht, 19 april 2012


De rechtbank Amsterdam komt in een latere uitspraak tot eenzelfde conclusie. De voorzieningenrechter concludeert op grond van wat de wetgever met de invoering invoeren van de maatregel heeft beoogd, dat het alcoholslotprogramma door de wetgever als herstelmaatregel is bedoeld. Het met de maatregel beoogde doel is dat bestuurders een scheiding weten aan te brengen tussen het gebruik van alcohol en het besturen van een motorrijtuig
Voor de volledige uitspraak, zie LJN: BW8227, Rechtbank Amsterdam, 8 juni 2012

Niet bekend met gevolgen

Een andere bestuurder voerde bij de rechtbank Utrecht aan dat hij er niet mee bekend was dat het CBR een alcoholslotprogramma mag opleggen en met de (financiele) gevolgen daarvan. Betoogd werd dat de oplegging van de maatregel daardoor in strijd zou zijn met de rechtszekerheid.
Volgens de bestuurder zou er over de invoering per 1 december 2011 van het alcoholslotprogramma onvoldoende publieke voorlichting zijn gegeven, hetgeen ook zou volgen uit een brief van de Nationale Ombudsman aan de minister van Infrastructuur en Milieu. De rechtbank overweegt dat, wat er ook zij van een gebrekkige publieke voorlichting, het alcoholslotprogramma per 1 december 2001 door een wetswijziging in de WVW in werking is getreden en dat verweerder dan ook gehouden was uitvoering te geven aan de (gewijzigde) wet. Dat de bestuurder ten tijde van zijn aanhouding niet bekend was met het alcoholslotprogramma, komt voor zijn eigen rekening en risico en maakt niet dat oplegging van de maatregel in zijn geval in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Het betoog slaagt niet.
Voor de volledige uitspraak, zie LJN: BX4211, Rechtbank Utrecht, 17 juli 2012

Kosten niet inzichtelijk

In diezelfde zaak had de bestuurder ook nog als verweer gevoerd dat de kosten van het alcoholslotprogramma niet inzichtelijk zijn gemaakt en dat het bestreden besluit op dat punt een voldoende deugdelijke grondslag ontbeert. De rechtbank verwerpt echter ook dat verweer en overweegt dat het opleggen van het alcoholslotprogramma op grond van artikel 131, eerste lid, aanhef en onder b, van de WVW in samenhang met artikel 17, aanhef en onder b, van de Regeling imperatief is voorgeschreven, waarbij de wetgever ervoor heeft gekozen om de kosten van het alcoholslot en het begeleidende programma volledig voor rekening van de overtreder te laten komen. Dit is ook vastgelegd in artikel 132c, zesde lid, van de WVW. Voor wat betreft de verregaande consequenties van het opleggen van een alcoholslotprogramma voor eiser overweegt de rechtbank dat uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt dat de wetgever de hoge kosten, de beperking in mobiliteit en de omstandigheid dat een betrokkene niet langer voor zijn werk kan rijden in motorrijtuigen zonder alcoholslot, uitdrukkelijk heeft meegewogen. De wetgever heeft deze kosten en beperkingen voor de betrokkene gerechtvaardigd geacht. Dat de totale kosten van het alcoholslotprogramma voor eiser nog niet vaststaan, maakt daarom niet dat het besluit in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel. Het voorgaande betekent voorts dat individuele omstandigheden bij het opleggen van het alcoholslotprogramma geen rol kunnen spelen en ondergeschikt zijn aan het algemene belang van de verkeersveiligheid.

 

]]>
https://rijbewijsongeldigverklaard.nl/kansloze-verweren-tegen-alcoholslotprogramma/feed/ 0